6230 - Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa), droog subtype
Toename van de bestaande oppervlakte van 1 ha tot een totale oppervlakte van 7 ha door omvorming van 6 ha in complex met habitattypes 2310/2330 en 4030 (9190). Doordat de actuele atmosferische stikstofdepositie de grenswaarde (10-20 kg N/ha/j) voor dit habitattype overschrijdt, zijn er grote delen van de graslanden met potenties voor dit habitattype begroeid met Bochtige smele. Bovendien heeft dit habitattype een kortlevende zaadbank zodat er slechts beperkte delen in het gebied kansen bieden voor dit habitattype. De oppervlakte te ontwikkelen schraal, droog grasland zal wellicht hoger dienen te zijn dan de oppervlakte die strikt genomen voor dit habitattype tot doel wordt gesteld. Dit leidt dan tot een mozaïek van lokaal gebufferde locaties (o.a. boven leemlagen) waar het habitattype 6230 ontwikkelt en graslanden met een dominantie van Bochtige smele (geen habitattype).
Er wordt een voldoende tot goede SVI nagestreefd. Belangrijkste doelen zijn:
- verruiging
- Verbossing/verstruweling
- invasieve exoten
- vervilt
- strooisellaag
- Voldoende aantal sleutelsoorten en levensvormen
Creëren van voldoende grote en gebufferde graslanden met aanwezigheid van habitattypische soorten.
Behoud en versterking van migratiemogelijkheden tussen habitatfragmenten door beheer van wegbermen, bospaden, open plekken, …
Voorkomen van Levendbarende hagedis en Veldkrekel als kwaliteitsindicatoren.