Wouter Cardoen
Bruine kiekendief (Circus aeruginosus)
Dit is één van onze grootste roofvogels, iets groter dan de Buizerd, maar slanker gebouwd en met langere vleugels en staart. In zweefvlucht worden de vleugels in een duidelijke ondiepe V gehouden en valt de lange staart op. Het mannetje heeft een bruin lichaam, grijze staart en grijze vleugels met zwarte toppen. Het vrouwtje is bruin met gele kop, schouders en borstvlek. Jonge vogels zijn volledig donkerbruin met gele kop. In de lente vliegt het mannetje hoog boven het territorium en laat hij hierbij een hoge, vrij onopvallende, nasale baltsroep horen.
Hieronder vind je de Gewestelijke Instandhoudingsdoelstellingen (G-IHD) voor deze soort. Ze geven aan wat in Vlaanderen nodig is om een veilige toekomst te creëren voor deze soort.