

Wat is NATURA 2000?
Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuur. Dat netwerk beschermt waardevolle natuur van Europees belang. Die natuur levert voordelen op voor de mens, zoals zuiver water, frisse lucht, een buffer tegen klimaatverandering en ruimte voor recreatie, sport en ontspanning. Ook in Vlaanderen zijn Natura 2000-gebieden afgebakend. We noemen die de speciale beschermingszones.
Met Natura 2000 roept Europa de achteruitgang van de natuur een halt toe. Natura 2000 wil over heel Europa de nodige ruimte bieden aan verschillende soorten planten en dieren, en de gebieden waarin ze leven. En die natuur levert ook voordelen op voor de mens: zuiver water, ruimte voor recreatie, een gezonde bodem, frisse lucht…
Van de poolcirkel tot de Middellandse Zeekust en van de toppen van de Alpen tot de weidse open vlakten van Midden-Europa: Europa kent een ongeëvenaard spectrum van verschillende soorten planten en dieren.
Dit unieke natuurerfgoed wordt bedreigd door verstedelijking, industrialisering, intensivering van de landbouw, versnippering door infrastructuur... Heel wat leefgebieden voor planten en dieren zijn daardoor verdwenen. Daarnaast gaat de kwaliteit van de overgebleven gebieden achteruit. Ook de dieren en planten krijgen het moeilijk. Niet alleen zeldzame Europese soorten zoals de beer en de lynx, zelfs ‘gewone’ soorten zoals de huismus hebben het de laatste jaren knap lastig.
En ook de mens voelt daar de gevolgen van. Alle dieren, planten en leefgebieden maken immers deel uit van ecosystemen die belangrijk zijn voor ons eigen welzijn. Bossen bijvoorbeeld zorgen voor hout en voedsel, maar ook voor een stabieler klimaat, zuurstof en zuivere lucht.
Het belang van Natura 2000
Het belang voor de natuur
In Vlaanderen zijn bijna alle leefgebieden die bescherming genieten, in een slechte staat. Ook bij de dieren en planten doet twee derde het niet goed. Dat blijkt uit de zesjaarlijkse evaluatie van de staat van instandhouding van de Europees te beschermen habitats en soorten. Met andere woorden: het gaat niet goed met de Vlaamse biodiversiteit.
De belangrijkste oorzaken hangen samen met verstedelijking, industrialisering, intensivering van de landbouw en versnippering van natuurrijke gebieden door wegen of andere infrastructuur. De gevolgen zijn uiteenlopend. Het kan zijn dat een habitat in stukken gesneden wordt of zelfs volledig verloren gaat. Of dat de natuurlijke condities van een terrein veranderen (door bijvoorbeeld verdroging, vermesting of afgraving).
Enkel geïsoleerde natuurgebieden beschermen is geen oplossing op lange termijn, hoe hoog hun natuurkwaliteit ook is. Wat de natuur nodig heeft, is een netwerk van gebieden die met elkaar in contact staan. Op die manier kunnen dieren- en plantensoorten van het ene gebied gemakkelijk in contact komen met soortgenoten van andere gebieden. En dat is belangrijk voor bijvoorbeeld migratie en genetische uitwisseling. Een dergelijk netwerk zorgt er ook voor dat een populatie beter kan omgaan met schokken en rampen. Tot slot biedt het mogelijkheden tot kolonisatie van nieuwe gebieden en dus tot uitbreiding van de populatie.
Geografische variatie
Binnen Vlaanderen is er heel wat variatie in bodem- en watersamenstelling, in reliëf en luchtstromen, in de verspreiding van typische soorten. Al die factoren zorgen voor verschillen binnen eenzelfde habitat. Een droge heide in de Kempen verschilt bijvoorbeeld licht van een droge heide in de Vlaamse zandstreek. Een gelijk type van grasland kan overstroomd worden door meer of minder kalkrijk water.
Genetische variatie
Een populatie van een soort kent sowieso een zekere genetische basisvariatie. Bovendien leven de individuen van een soort ook in licht verschillende omstandigheden, met nog meer genetische variatie tot gevolg. Maar enkel als er een voldoende breed gespreid netwerk van gebieden is, kan de volledige variatie binnen eenzelfde habitattype of soort bewaard blijven.
Voorkomen van inteelt
Een groep individuen van een soort kan geïsoleerd raken van andere groepen. Bijvoorbeeld wanneer hun leefgebied versnipperd wordt door weginfrastructuur of gebouwen, of in geval van ongunstig landgebruik. Als de geïsoleerde groep te klein wordt, treedt er inteelt op. Een netwerk van gebieden helpt inteelt te voorkomen. Want via zo'n netwerk blijven groepen van eenzelfde soort met elkaar in verbinding staan en kan er dus genetische uitwisseling gebeuren.
(Her)kolonisatie van gebieden
Een samenhangend netwerk van gebieden en populaties maakt het mogelijk om nieuwe gebieden te koloniseren en om gebieden waaruit de soort is verdwenen opnieuw te in te nemen.
In de praktijk bestaat een populatie van een soort altijd uit kleinere deelpopulaties die in verschillende gescheiden gebieden leven, maar toch met elkaar in contact staan. Het is altijd mogelijk dat een deelpopulatie lokaal uitsterft door een ongewenste overstroming, een verandering in het landgebruik, een lozing van vervuilende producten… Zodra het probleem achter de rug is, kan de populatie zich herstellen door die terreinen opnieuw te koloniseren. Daarvoor moeten er wel voldoende verbindingen tussen de gebieden aanwezig zijn.
Het belang voor de mens
De Europese natuur is een buitengewoon erfgoed, dat veel zorg verdient. Natuur is een heerlijke plek om te ontspannen en tot rust te komen. Bovendien is het voor vele mensen ook een echte bron van inkomsten.
Economische baten
Door verschillende technieken te gebruiken konden VITO nv en de universiteiten van Antwerpen en Gent de economische waarde van het Vlaamse Natura 2000-netwerk schatten. De Natura 2000-gebieden hadden een waarde van 780 miljoen tot 1,4 miljard euro per jaar. De uitvoering van de natuurdoelen doet daar nog eens tussen 15 miljoen en 94 miljoen euro bovenop. Daar zijn diensten zoals de bescherming tegen overstroming nog niet eens bijgerekend.
Ecologische en socioculturele baten
Naast de economische baten levert Natura 2000 ook op sociocultureel en ecologisch vlak veel voordelen. De intrinsieke waarde van het respect voor de natuur is voor vele mensen immers van groot belang. En ook door zijn historische, ethische, religieuze en spirituele waarde is het Natura 2000-netwerk een belangrijke bron van niet-materieel welzijn.
Onschatbare diensten
Het Millenium Ecosystem Assessment en de TEEB-rapporten (The Economics of Ecosystems and Biodiversity) hebben een duidelijke link aangetoond tussen socio-economische ontwikkeling en biodiversiteit. Biodiversiteit en de ecosystemen die daar deel van uitmaken, produceren een reeks van goederen en diensten die bijdragen aan het welzijn en de welvaart van onze samenleving. Het is het natuurlijke kapitaal waarop onze economie draait.
Het Natura 2000-netwerk is de ruggengraat van onze ecologische infrastructuur en dus een belangrijk onderdeel van dat natuurlijk kapitaal. Het levert onschatbare diensten op verschillende vlakken, zoals:
- het zorgt voor een betere luchtkwaliteit
- het verzacht de klimaatsverandering en beschermt ons er tegen
- het zorgt voor betere kwaliteit van het water
- het beschermt tegen overstromingen (vanuit de zee en vanuit rivieren)
- het is goed voor de fysieke en mentale gezondheid
- het maakt onze woonomgeving aantrekkelijk
- het levert heel wat mooie plekken voor recreatie en toerisme
- en dit zijn nog maar de belangrijkste diensten
Het Europese plaatje
De Europese natuur is uniek. Haast nergens anders ter wereld vind je op zo’n kleine oppervlakte en verspreid over zoveel verschillende landen zo’n levendig lappendeken van landschappen.
Het Europese netwerk bestaat uit meer dan 26.000 gebieden in de 27 landen en heeft een oppervlakte van meer dan 750.000 km² op het land en bijna 200.000 km² op zee. Het beschermt meer dan 200 bedreigde leefgebieden en meer dan 1.200 verschillende soorten dieren en planten.
Vlaanderen in Europa
Elke zone heeft haar eigen typische leefgebieden, dieren en planten. In Vlaanderen behoren alle Natura 2000-gebieden tot de Atlantische zone, op de Voerstreek na, die tot de continentale zone behoort. De Atlantische zone strekt zich uit van het noorden van Groot-Brittannië en Ierland tot de noordkust van Spanje en Portugal. Naast Vlaanderen behoren ook Nederland en enkele delen van Duitsland, Denemarken en Frankrijk tot die regio.
Vlaanderen is een van de meest verstedelijkte gebieden van Europa. Toch behoort 12,3% van ons grondgebied tot het Natura 2000-netwerk. Daarmee zit Vlaanderen op dezelfde lijn als Wallonië en landen zoals Frankrijk en Duitsland. De koplopers in Europa zijn Bulgarije, Slovenië en Slovakije: meer dan een kwart van hun grondgebied behoort tot het Europese natuurnetwerk. Groot-Brittannië sluit het rijtje: amper 7,1 % van de totale landoppervlakte is aangeduid als een speciale beschermingszone.
Juridische pijlers: Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn
De Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn vormen de juridische pijlers van Natura 2000. Op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn is een samenhangend Europees netwerk van beschermde gebieden aangeduid.
De Vogelrichtlijn uit 1979 heeft als doel alle wilde vogels en hun belangrijkste leefgebieden in de EU te beschermen. De richtlijn geeft aan dat verlies en achteruitgang van leefgebieden de belangrijkste bedreigingen zijn. Daarom verplicht ze de lidstaten die gebieden te beschermen die belangrijk zijn voor het voortbestaan van alle trekvogelsoorten en voor bijna 200 bijzonder bedreigde soorten. Dat zijn de zogenaamde vogelrichtlijngebieden of speciale beschermingszones in uitvoering van de Vogelrichtlijn (SBZ-V). De richtlijn beperkt een hele reeks handelingen die vogels direct bedreigen, zoals vangen, doden en het vernietigen van nesten. Ze kijkt daarbij toe op de regels van de jacht.
Het opzet en de maatregelen van de Habitatrichtlijn van 1992 zijn vergelijkbaar aan die van de Vogelrichtlijn, maar ze hebben betrekking op een veel groter aantal Europese soorten. De Habitatrichtlijn vraagt ook een doelgerichte bescherming van zeldzame en bijzondere habitattypen, van Scandinavische natuurlijke bossen, over kalkhoudende rotsbodems aan de Atlantische kust tot de heidegebieden in de Vlaamse Kempen.
De Vogelrichtlijngebieden en de Habitatrichtlijngebieden vormen samen het Natura 2000-netwerk.
Biogeografische regio's
In Europa worden negen ‘biogeografische’ zones onderscheiden:
- de Atlantische zone
- de alpiene regio
- de Zwarte Zeeregio
- de boreale regio
- de continentale regio
- de Macaronesische regio
- de mediterrane regio
- de Pannonische regio
- de stepperegio
- Vlaanderen ligt in de Atlantische en de continentale (Voeren) regio.
