Meervleermuis (Myotis dasycneme)

De echolocatiegeluiden van de Meervleermuis zijn heel gevarieerd. Tijdens de snelle rechtlijnige vlucht boven groot open water gebruikt ze vaak lange pulsen (tot 25 ms) met een piekfrequentie rond 33 kHz en een smalle bandbreedte (frequentieverloop van 45 tot 25 kHz). Rond 33 kHz is er een vrij lang QCF stuk. Deze geluiden hoor je met een heterodyne detector als smakkende, natte geluiden. Bij de langzame vlucht is de pulsduur middellang (7-15 ms), de bandbreedte is al wat groter, de piekfrequentie ligt rond 35 kHz en er is nog een QCF stukje. Ook deze geluiden klinken in heterodyne nog als natte, kletterende geluiden. Wanneer Meervleermuizen dicht langs rietkragen, bomen of gebouwen vliegen zijn de echolocatiepulsen kort (1-6 ms) met piekfrequentie 38-40 kHz, en een frequentieverloop van soms 100 tot 25 kHz. Met een heterodyne detector hoor je droge, ratelende geluiden, vergelijkbaar met die van andere Myotis soorten. Dan is de soort met een batdetector moeilijker te herkennen.

Hieronder vind je de Gewestelijke Instandhoudingsdoelstellingen (G-IHD) voor deze soort. Ze geven aan wat in Vlaanderen nodig is om een veilige toekomst te creëren voor deze soort.
Areaal
Evolutie
=
Toelichting

Behoud van het huidige areaal

Populatie
Evolutie
=
Toelichting

Behoud of groei van de huidige populatie

Kwaliteit
Evolutie
+
Toelichting

Oplossen van ongunstige waterkwaliteit, versnippering, niet afgestemd menselijk gebruik, tekort aan kwaliteit van het leefgebied. Geen extra oppervlakte leefgebied nodig naast de vooropgestelde extra oppervlaktes Europees te beschermen habitats en leefgebied van andere Europees te beschermen soorten en de algemene kwaliteitsverbetering ten gevolge van het huidige milieubeleid.

Meer info op Ecopedia.be

Gerelateerde gebieden