Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

1701

Het fort Steendorp (ANB) verkeert in een goede tot uitstekende staat van instandhouding. Dit fort moet in een goede staat van instandhouding gehouden worden.

Om een duurzame bescherming van de vleermuispopulaties te garanderen moeten op korte termijn maatregelen genomen worden. Ingekorven vleermuis en Meervleermuis zijn zeer veeleisende soorten. In de forten waar er momenteel een overwinterings- of zwermpopulatie van deze soorten voorkomt, moeten er geschikte verblijfplaatsen gecreëerd worden, afgestemd op de eisen van deze soorten. Hiervoor kan, afhankelijk van de situatie op het fortdomein, zowel buffering, zonering als effectieve inrichting noodzakelijk zijn. Het gaat met name over de forten:

  • fort 3 - Borsbeek (gemeente Borsbeek en beheerovereenkomst voor Oostelijk deel met Natuurpunt),
  • fort Schoten (NAVO),
  • fort Kessel (Gemeente Nijlen en samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente, Gidsenwerking fort Kessel, Natuurpunt Beheer en ANB),
  • fort Lier (Stad Lier),
  • fort Liezele (Puurs en beheerovereenkomst met Natuurpunt),
  • fort Broechem (Ministerie van Defensie),
  • fort Koningshooikt (privaat),
  • fort Steendorp (ANB),
  • fort Kapellen (Ministerie van Defensie) ,
  • fort Bornem (privaat en beheerovereenkomst met Natuurpunt) ,
  • fort Duffel (Kempisch Landschap).

Deze forten moeten in een goede staat van instandhouding gebracht worden voor deze en andere voorkomende vleermuizensoorten zodat voldoende kwalitatieve winter- en zwermverblijfplaats ontstaan.

Inrichtingswerkzaamheden zijn nodig om de kwaliteit van de forten als vleermuizenverblijfplaats tijdens de winter- of zwermperiode te behouden of te verbeteren. Deze maatregelen kunnen betrekking hebben op de ondergrondse en bovengrondse delen en beperken zich niet noodzakelijk tot de zones die als vleermuizenreservaat aangeduid worden. Prioritair zijn maatregelen die tot een verbetering van het microklimaat leiden en gericht zijn op het vermijden van verstoring. Verder moet ook gedacht worden aan het verbeteren van de toegankelijkheid voor vleermuizen, de ecologische kwaliteit en connectiviteit van het fortdomein door het behouden en versterken van aanwezige boselementen, Kleine Landschaps Elementen en habitattypes zoals HT 3150, 9120/9190 en 91E0.