Ruige dwergvleermuis, Rosse vleermuis, Watervleermuis, Meervleermuis
Verbetering van de kwaliteit van het leefgebied. De soorten gebruiken ook holle bomen als zomer(- en winter)verblijfplaats. Door het ouder worden van de boshabitats en toepassen van de CDB zal de kwaliteit van het habitat en het aantal geschikte bomen voor deze soort toenemen. Het is van belang om het tekort aan holten op korte termijn op te vangen.
Mogelijk ook inrichten van andere winterverblijven (kelders, forten, groeven, bunkers, ..) en zomerverblijven (kerken, zolders, ..).
Het foerageergebied bestaat uit moerassen, open water, kanalen, beken en plassen met vegetatie en waterrijke open bosgebieden in de nabije omgeving. Kwaliteitsvolle migratieroutes tussen verblijfplaatsen en jachtgebieden zijn noodzakelijk zoals opgaande lineaire landschapselementen of watergangen breder dan 2,5 m. Deze landschapselementen dienen behouden of versterkt te worden zodat er geen onderbreking plaats vindt. Verlichting langs migratie- en jachtroutes zijn verstorend, vooral voor de Meervleermuis. Deze verlichting dient waar mogelijk vermeden te worden.
Behoud en versterking van de goede connectiviteit tussen de kolonieplaatsen en de jachtgebieden
Minimum behoud van de huidige populaties. Uitbreiding van de aantallen is mogelijk door de realisaties van de doelstellingen van de Europese habitats en de andere Europese soorten.