In sommige bossen zal de tot doel gestelde omvorming spontaan verlopen zonder menselijk ingrijpen; elders zal de spontane opslag van inheemse boomsoorten versneld worden door het uitvoeren van dunningen. Voor de bossen beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos of een terreinbeherende vereniging, wordt er van uitgegaan dat op termijn minstens 80% van de bosoppervlakte zal evolueren naar het gewenste bostype door de uitvoering van beheerplannen. In de private bossen gelegen in het VEN kan door omvorming bijkomend boshabitat gerealiseerd worden door toepassing van de Criteria Duurzaam Bosbeheer.De belangrijkste omvormingen van naaldhout naar droge boshabitats (9190 en 9120) zullen plaats vinden op de Kempense Heuvelrug (deelgebied 1), in Lommel Sahara (deelgebied 13), de Ronde Put (deelgebied 5), de Luiksgestelse Heide (deelgebied 9) en het militair domein van Grobbendonk (deelgebied 10).
De belangrijkste omvormingen naar alluviaal bos zullen gebeuren in het Olens Broek (deelgebied 1), het Schupleer en omgeving (deelgebied 10) en de vallei van de Kleine Nete tussen Viersel en Lier (deelgebied 11). In de valleien van de Zwarte Nete en de Desselse Nete (deelgebied 6) wordt bostoename van alluviaal bos voorzien.
In het vogelrichtlijngebied De Ronde Put dienen de bossen optimaal ingericht voor Boomleeuwerik, Nachtzwaluw, Wespendief en Zwarte specht door in openbaar bos de mogelijkheden voor het creëren van open plekken en corridors maximaal te gebruiken.
Deze omvormingen, bosuitbreidingen en beheerwerken zullen gerealiseerd worden door openbare besturen, terreinbeherende verenigingen en landeigenaars in samenwerking met bosgroepen, regionale landschappen, WBE’s en landbouwers.