Planten en dieren

In de bossen leven talrijke soorten spechten, vleermuizen en het vliegend hert. De beken zijn belangrijk voor de beekprik, de grote modderkruiper, het bermpje en de ijsvogel. De vijvers met rietkragen zijn de ideale broedkamer voor roerdomp en porseleinhoen. Verder is het een hotspot voor libellen, zoals de gevlekte witsnuitlibel. De opvallende en mooie, grote weerschijnvlinder is een bijzondere verschijning. Het (bocage)landschap, doorweven met houtkanten, doornstruwelen, poelen en bloemrijk grasland, is het leefgebied van onder meer de grauwe klauwier, een zeldzame vogel met een Zorro-masker die zijn prooien aan scherpe doornen spietst. In de poelen leeft de kleine boomkikker en op de heide snort de mysterieuze nachtzwaluw. Tot slot komen ook topsoorten als de gladde slang en de drijvende waterweegbree in bepaalde gebieden voor.

Kobe Janssen
Agentschap voor Natuur en Bos