Waarschuwingsbericht

The subscription service is currently unavailable. Please try again later.

Specifieke natuurdoelen

Voor het valleilandschap is het doel een mooi geheel te creëren waarin een aantal kernen van kwaliteitsvolle, vochtige hooi- en graslanden worden gerealiseerd en voldoende leefgebieden voor soorten als de kamsalamander, de boomkikker, de Spaanse vlag en de grauwe klauwier. Voor de verschillende boshabitats is het doel het behoud ervan met een kwaliteitsverbetering en een extra uitbreiding. De waardevolle kalktufbronnen dienen ook behouden te blijven, net als de laagveenkernen, waarbij een uitbreiding noodzakelijk is om het voortbestaan in het gebied te kunnen garanderen.

Dit zijn de specifieke natuurdoelen voor gebied 'Jekervallei':

(Half-)open beekdalmozaïek met overgang naar hellingsgraslanden

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 0,15 ha
Toename naar 1 ha (alle subtypes samen)
Toename door omvorming in deelgebied 7, in een mozaïek met de grote kern van blauwgraslanden (6410).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Het habitattype moet een korte vegetatie bevatten (30% van de sleutelsoorten en

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: zeer beperkt (kennislacune)
Toename naar 1 ha (alle subtypes samen)
Toename door omvorming in deelgebied 2 – Vallei van de Nieuwzouw te Bilzen (in een mozaïek met kalkrijk kamgrasland van het type 6510_huk).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Het habitattype moet een korte vegetatie bevatten (30% van de sleutelsoorten en

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 1,76 ha (excl. deelgebied 6)
Toename naar 7 ha
Toename door omvorming in deelgebied 7 – Pomperik - Dorpsbeemden en deelgebied 1 Molenbeemd – Klein Membruggen .

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

De habitat bestaat uit mesotrofe graslanden met een vegetatie 30% en, indien aanwezig heeft de strooisellaag en de verruiging een bedekking

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 62 ha (excl. deelgebied 6)
Toename: 1ha
Behoud van de actuele oppervlakte en toename door omvorming in deelgebied 4 – Demerbronnen, Wadden.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Kwaliteitsverbetering in de voldoende tot goed ontwikkelde habitatvlekken tot uitstekende staat van instandhouding. Dit kan voornamelijk door het verhogen van de soortendiversiteit en het verhogen van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Een optimaal beheer met verwijdering van eventueel aangeplante populieren is een kwaliteitsvereiste op sommige plaatsen.

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 24ha (excl. Deelgebied 6)
Toename: 39 ha
Richtwaarde voor omvorming is 27,5ha. Binnen deze toename van 6510 wordt voor deelgebied 7 gestreefd naar de aanwezigheid van kernen van 1-3 ha van het subtype hua (grote vossenstaartgraslanden). Gradiënten naar de regionaal belangrijke biotopen zilverschoongraslanden (rbbzil), dotterbloemgraslanden (rbbhc) en schraallandvegetaties zijn essentieel. Binnen deelgebied 2 – Vallei van de Nieuwzouw te Bilzen komt actueel 0,89ha voor van het subtype 6510_huk - Subtype kalkrijk kamgrasland: hier wordt een toename van het habitattype via omvorming van 1-5ha tot doel gesteld (als deel van het doel van 39 ha toename voor 6510).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Er zal gestreefd worden naar een goede habitatkwaliteit. Dit wil zeggen: goed ontwikkelde graslanden die niet aangerijkt worden, niet behandeld worden met bestrijdingsmiddelen en gebufferd zijn tegen externe invloeden. Hoge grassen, middelhoge en lage grassen zijn gelijkmatig aanwezig met frequentie en bedekking van sleutelsoorten >70%. Dit vereist een gericht natuurbeheer.
Geen beschaduwing. Geen aanplant van populieren.
Er wordt gestreefd naar natuurlijke gradiëntvegetaties: een mozaïek met rbb_hc, rbb_mc, 6430.
Voor 6510_huk-subtype kalkrijk kamgrasland:
Streven naar een goed ontwikkeld grasland dat niet aangerijkt wordt, niet behandeld wordt met herbiciden en gebufferd is tegen externe invloeden (vb. van landbouwactiviteiten). Hoge grassen, middelhoge en lage grassen zijn gelijkmatig aanwezig met een frequentie en bedekking van sleutelsoorten >71% door te maaien (en/of begrazing). Het grasland blijft zonbeschenen.

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 0,1 ha (kennislacune, excl. Deelgebied 6)
Toename: 1 ha
Toename door omvorming in deelgebied 1 – Molenbeemd - Klein Membruggen (1 ha). Het habitattype komt hier in complex voor met de habitattypes 6410, 6510 en dotterbloemgraslanden (rbbhc).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Goed ontwikkeld alkalisch laagveen, dat niet aangerijkt wordt en dat maximaal doorstroomd wordt met mineraalrijk grondwater (drainage in omgeving minimaliseren). In ondiep grondwater voldoende lage concentraties fosfaat, ammonium en kalium.
Geen beschaduwing. Geen aanplant van populieren. Deze vegetaties mogen niet overstroomd worden met (vervuild) oppervlaktewater.
Vermijden van strooisellaag (maaibeheer).
Minimale bedekking met >70% sleutelsoorten (paddenrus, schubzegge, grote boterbloem).

Omschrijving populatiedoelstelling

Creëren van een populatie in een voldoende staat van instandhouding (50-200 roepende mannetjes) in deelgebied 7 De Pomperik-Dorpsbeemden vanuit de actuele populatie in de Dauteweyers (buiten SBZ). De nieuwe populatie kan op die manier deel uitmaken van de metapopulatie van Midden-Limburg (samen met SBZ BE2200031-Vijvergebied Midden Limburg en SBZ BE2200028-De Maten).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

  • Voldoende staat van instandhouding met betrekking tot landhabitat: behoud kleinschalig landschap met ruigtevegetaties, houtwallen, bosranden en braamstruwelen.
  • Creëren van een waterhabitat in voldoende staat van instandhouding: complex van 3-5 permanente en/of tijdelijke kleine (100 m²), met mesotroof tot matig eutroof water, dichte ondergedoken of drijvende vegetatie op 25-50% van de oppervlakte, aanwezigheid van water tot begin augustus, de afwezigheid van vissen en structuurrijke kruiden- en struikvegetaties op de randzone.

De aanleg van poelen mag niet conflicteren met voorgestelde graslanddoelen. Er mag geen negatieve invloed zijn op de vereiste hydrologie en overige abiotische voorwaarden zodat potenties voor schraalgraslanden optimaal benut kunnen worden en blijven in dit essentieel gebied voor blauwgrasland in Vlaanderen.

Omschrijving populatiedoelstelling

Uitbouw van een populatie van 20-50 adulte dieren en jaarlijkse voortplanting, gelegen op minder dan 2 km afstand van omliggende populaties, in deelgebied 7-Pomperik-Dorpsbeemden (kolonisatie vanuit de populatie aan de Dauteweijers is mogelijk).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Voldoende tot goede staat van instandhouding. Streven naar een voldoende tot goede habitatkwaliteit:

  • Terugdringen eutrofiëring, verwijderen vis, aanwezigheid ondergedoken vegetatie
  • Landhabitat kleinschalige structuren met bosjes, ruigtevegetaties en houtwallen op een afstand tot 300 à 500 m van de waterhabitats
  • Opheffen migratiebarrières (aanleg verbindingsgebieden)
  • Aanleg of herstel van diepe poelen die niet droogvallen in de zomer in de nabijheid van bestaande populaties.

De aanleg van poelen mag niet conflicteren met voorgestelde graslanddoelen. Er mag geen negatieve invloed zijn op de vereiste hydrologie en overige abiotische voorwaarden zodat potenties voor schraalgraslanden optimaal benut kunnen worden en blijven in dit essentieel gebied voor blauwgrasland in Vlaanderen.

Omschrijving populatiedoelstelling

Behoud van de aanwezige populatie in deelgebied 1-Molenbeemd-Klein Membruggen in een goede staat van instandhouding. Uitbreiding om te komen tot meerdere populaties is noodzakelijk. Er wordt hierbij gestreefd naar populaties van 50 ex./m², waarin zowel adulten als juvenielen voorkomen binnen een samenhangend gebied van > 0,10 ha.

Kwaliteitsdoelstelling
=/↑
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Voldoende tot goede staat van instandhouding. Streven naar een voldoende tot goede habitatkwaliteit:

  • Aanwezigheid van geschikte habitattypes (6430, rbbmc, rbbms, zeggerijk elzenbroek);
  • Een voldoende hoge waterstand > 0,25 m (GHG) en > 1 m (GLG)
  • Continue vochtigheid zonder uitdroging of overstromingen;
  • Aangepast maaibeheer, dit houdt in: terrein opsplitsen in stroken en dit in fasen maaien (tussenperiode van enkele weken) zodat migratie mogelijk is.
  • Laten liggen van niet ontschorst, zwaar dood hout en humeus materiaal (bij voorkeur van populierachtigen of Zwarte els) op de plaatsen waar de soort werd aangetroffen.
Omschrijving populatiedoelstelling

Behoud van populaties in een goede staat van instandhouding in deelgebied 1-Molenbeemd-Klein Membruggen, deelgebied 3-Vallei van de Boven-Demer, deelgebied 4-Demerbronnen, Wadden. Er wordt hierbij gestreefd naar populaties > 80 ex./m², waarin zowel adulten als juvenielen voorkomen binnen een samenhangend gebied van > 0,20 ha. Uitbreiding is mogelijk binnen deelgebied 7-De Pomperik-Dorpsbeemden, door kolonisatie vanuit de actuele populatie aan de Dauteweyers.

Kwaliteitsdoelstelling
=/↑
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Voldoende tot goede staat van instandhouding. Streven naar een voldoende tot goede habitatkwaliteit

  • Aanwezigheid van geschikte habitattypes (6430, rbbmc, rbbms, zeggerijk elzenbroek), specifiek in deelgebied 3 is minstens het behoud en een kwalitatieve verbetering van rbbmc noodzakelijk;
  • Een voldoende hoge waterstand (> 0,25), zonder dat de vegetatie wijzigt door vernatting;
  • Continue vochtigheid zonder uitdroging of overstromingen;
  • Aangepast maaibeheer, dit houdt in: terrein opsplitsen in stroken en dit in fasen maaien (tussenperiode van enkele weken) zodat migratie mogelijk is
  • Kweldruk in de gebieden in stand houden (dit is noodzakelijk om verzuring van het water tegen te gaan);
  • Herstel van de natuurlijke overstromingsdynamiek waar mogelijk om potentiële habitats met elkaar te verbinden;
  • Watervervuiling tegengaan.

Boslandschap

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

¼ van de bosranden (9160, 91E0) ontwikkelen als goed ontwikkelde boszomen.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Voldoende tot goede staat van instandhouding, met zoomvegetaties van meer dan 5 meter breedte (mantel-zoom samen minimum 10m). De vegetatie heeft geleidelijke overgangen van grazige en kruidige delen (met beperkte strooiselophoging), die aansluiten op de mantel (struwelen) van het aangrenzende bos.

Oppervlaktedoelstelling
=
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Behoud van de actuele locaties in een goede staat van instandhouding.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Aanwezigheid van kalkafzettingen >100 m² met verschillende bronniveaus die ingebed liggen in andere habitattypes en gebufferd zijn tegen externe invloeden door de bescherming van hoger gelegen infiltratiegebieden. Voldoende hoge bodem-pH en oligo- tot mesotroof grondwater rijk aan Ca2+ en HCo3-.

Oppervlaktedoelstelling
=
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 7 ha
Toename: -
Er wordt gestreefd naar het behoud van de actuele oppervlakte van 7 ha.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Goed ontwikkelde structuurrijke beukenbossen met een degelijke heterogene leeftijdsopbouw, boszomen (min. 25% van de bosranden) en open plekken (5-15%). De open plekken (1-3 ha per plek) bestaan uit habitattype 6230. Deze worden bij voorkeur in brede mantelzomen ingebed in het boscomplex (om schaduwwerking tegen te gaan). Vooral in deelgebied 5 – Demervallei van Spurk tot Beverst zijn er in dit opzicht veel potenties voor het creëren van zoomvegetaties van 6530_ha aansluitend op 9120. Deze open plekken zijn bij voorkeur gelegen aansluitend aan graslandhabitatcomplexen rond de boskern. De bossen bevatten voldoende dood hout, geen exoten en zijn gebufferd tegen externe invloeden. Verhoging structuurdiversiteit is tevens noodzakelijk in het kader van de realisatie van gezonde populaties van habitattypische soorten en de verbetering van het leefgebied voor vleermuizen. Lichtrijk beukenbos met ontoegankelijk braamstruweel op open plekken in het bos en omgeven door open ruimte vormt een uitstekende nestgelegenheid voor de blauwe kiekendief. Beschikbaarheid van voldoende voedsel in nabijheid is cruciaal (graslanden, aangepast akkerbeheer). De toename van de hoeveelheid zonbeschenen, staand dood is noodzakelijk voor onder andere vliegend hert en middelste bonte specht.

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 39 ha
Toename: 12 ha
Toename door omvorming en bosuitbreiding (richtwaarde 10 ha) in deelgebied 5 – Demervallei van Spurk tot Beverst en door effectieve uitbreiding in deelgebied 4 – Demerbronnen, Wadden (grenzend aan bestaande kernen of relicten ervan).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Zie kwaliteitsdoelstellingen voor 9120 (Landschap 'Boslandschap'). Specifieke doelstellingen voor 9160: Als open plekken worden relicten van bloemrijke habitattypes behouden en versterkt tot oppervlakten van 1-3 ha (habitat 6230, 6510_hu of leefgebied van richtlijnsoorten en habitattypische faunasoorten zoals ijsvogelvlinder, keizermantel, grote vos). Mozaïeklandschap van 9160 met doornig struweel (rbb_sp) vormt een geschikt onderdeel van het leefgebied van blauwe kiekendief en van grauwe klauwier.

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 36 ha (Subtypes samen)
Toename: 29 ha
Toename in deelgebied 5 - Demervallei van Spurk tot Beverst , 1 – Molenbeemd - Klein Membruggen en deelgebied 4 – Demerbronnen, Wadden , (grenzend aan bestaande kernen of relicten ervan). Richtwaarde voor bosuitbreiding is 11 ha.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Zie kwaliteitsdoelstellingen voor 9120 (Landschap 'Boslandschap'). Specifieke doelstellingen voor 91E0: Ontwikkeling van complexen die bestaan uit mozaïek van verschillende subtypes en waar mogelijk aaneensluitende gradiënten vormen met eiken-haagbeukenbossen (9160). Bronzones met permanent uittredend bronwater van geschikte kwaliteit zijn maximaal aanwezig en de pH-HCL van de bodemtoplaag is zuur tot neutraal zodat kensoorten zich kunnen ontwikkelen en een bedekking van > 70% kennen. Als open plekken (5-15%) worden bloemrijke hooiland- of ruigtevegetaties behouden en versterkt in oppervlakten van 1-3 ha (6510_hu/hua, rbb_hc, rbb_mc, rbb_hf). Dit is specifiek aan de orde in het noordelijk deel van deelgebied 3 – Vallei van de Boven-Demer, als uitbreidingsmogelijkheid voor de populatie zeggekorfslak. Een aangepaste waterhuishouding zowel kwalitatief als kwantitatief (inclusief grondwater).

Omschrijving populatiedoelstelling

Behoud en uitbreiding van de bestaande populatie.

Kwaliteitsdoelstelling
=/↑
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Doel zomer: Voldoende tot goede staat van instandhouding. Streven naar een voldoende tot goede habitatkwaliteit:

  • Verhoging van habitatkwaliteit in de bossen en insectenrijke graslanden en ruigtes in een omliggend landschap met KLE’s.
  • Creatie geleidelijke bosranden, in het bijzonder nabij open waterpartijen. Behoud en verbetering kwaliteit waterpartijen.
  • De doelen worden gerealiseerd in het kader van doelen habitats 6430, 9120, 9160, 9190, 91E0.
  • Bijkomend aandacht voor behoud van bestaande verbindingen, en waar nodig uitbreiding van en verbinding tussen bossen en foerageergebieden.
  • Behoud van holle bomen.
  • Vooral de connectiviteit in het landschap via kleine landschapselementen is belangrijk om de soortgroep te bestendigen.
  • Specifieke inrichting van (kerk)zolders.
Omschrijving populatiedoelstelling

Behoud en uitbreiding van de bestaande populatie.

Kwaliteitsdoelstelling
=/↑
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Doel zomer: Voldoende tot goede staat van instandhouding. Streven naar een voldoende tot goede habitatkwaliteit:

  • Verhoging van habitatkwaliteit in de bossen en insectenrijke graslanden en ruigtes in een omliggend landschap met KLE’s.
  • Creatie geleidelijke bosranden, in het bijzonder nabij open waterpartijen. Behoud en verbetering kwaliteit waterpartijen.
  • De doelen worden gerealiseerd in het kader van doelen habitats 6430, 9120, 9160, 9190, 91E0.
  • Bijkomend aandacht voor behoud van bestaande verbindingen, en waar nodig uitbreiding van en verbinding tussen bossen en foerageergebieden.
  • Behoud van holle bomen.
  • Specifieke inrichting van (kerk)zolders.
Omschrijving populatiedoelstelling

Aanwezigheid van zomerkolonies van de soorten, met jaarlijks zwangere wijfjes en/of juvenielen. De aanwezigheid van duurzame populaties van elk van deze soorten wordt nagestreefd.

Kwaliteitsdoelstelling
=/↑
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Doel zomer: Voldoende tot goede staat van instandhouding. Streven naar een voldoende tot goede habitatkwaliteit:

  • Verhoging van habitatkwaliteit in de bossen en insectenrijke graslanden en ruigtes in een omliggend landschap met KLE’s.
  • Creatie geleidelijke bosranden, in het bijzonder nabij open waterpartijen. Behoud en verbetering kwaliteit waterpartijen.
  • De doelen worden gerealiseerd in het kader van doelen habitats 6430, 9120, 9160, 9190, 91E0.
  • Bijkomend aandacht voor behoud van bestaande verbindingen, en waar nodig uitbreiding van en verbinding tussen bossen en foerageergebieden.
  • Behoud van holle bomen.
Omschrijving populatiedoelstelling

Uitbouw van een duurzame populatie in goede staat van instandhouding ter hoogte van deelgebieden 1-Molenbeemd-Klein Membruggen en 8-Grootbos met meerdere broedplaatsen (minimum 4) op een onderlinge afstand van maximum 3 km.
Herstel van het leefgebied kan ook in omliggende (kleinere) boscomplexen satellietpopulaties creëren.
Voor een populatie wil dit zeggen dat er minimaal 10 losse waarnemingen en minimum 5 verkeersslachtoffers per jaar worden opgetekend (LSVI).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Voldoende tot goede staat van instandhouding. Streven naar een voldoende tot goede habitatkwaliteit:

  • Verbetering van de kwaliteit van het leefgebied om over een oppervlakte van minstens 10 ha een geschikt leefgebied te realiseren.
  • Realisatie van ijle bosstructuren en open plekken aan de zuidranden en zuidhellingen van het bos. Maximale overschaduwing boomlaag: 50 %.
  • Continuïteit beschikbaarheid van voldoende dood hout, verspreid over het bos maar in het bijzonder nabij potentiële en effectieve broedplaatsen. Streefcijfers: min. 3 dikke (diam.
  • Maximaal behoud van oude of zieke, aftakelende bomen (kwijnende bomen). Richtcijfer > 3 dikke levende bomen/ha.

Laagveenkern met overgang naar vochtige graslanden in De Kevie

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 0,1 (kennishiaat, enkel deelgebied 6)
Toename naar 1 ha
Toename door omvorming van niet-habitatwaardig habitat, rbb’s of 6430.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

De habitat bestaat uit mesotrofe graslanden met een vegetatie 30% en, indien aanwezig heeft de strooisellaag en de verruiging een bedekking

Oppervlaktedoelstelling
=
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 48,06 ha (enkel deelgebied 6)
Toename: -
Behoud van de totale actuele oppervlakte. Voor de ontwikkeling van een laagveenkern zal plaatselijk 6430 omgevormd worden naar 6510 (15 – 20 ha). Binnen het deelgebied zal echter eenzelfde oppervlakte aan 6430 worden gecreëerd door omvorming van niet-habitatwaardige vegetatie.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Kwaliteitsverbetering in de voldoende tot goed ontwikkelde habitatvlekken tot uitstekende staat van instandhouding. Dit kan voornamelijk door het verhogen van de soortendiversiteit en het verhogen van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Een optimaal beheer met verwijdering van eventueel aangeplante populieren is een kwaliteitsvereiste op sommige plaatsen.

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 20 ha (enkel deelgebied 6)
Toename: 25 ha
Toename door omvorming van 6430 en niet-habitatwaardige biotopen. Gradiënten naar de regionaal belangrijke biotopen zilverschoongraslanden (rbbzil), dotterbloemgraslanden (rbbhc) en schraallandvegetaties zijn essentieel.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Er zal gestreefd worden naar een goede habitatkwaliteit. Dit wil zeggen: goed ontwikkelde graslanden die niet aangerijkt worden, niet behandeld worden met bestrijdingsmiddelen en gebufferd zijn tegen externe invloeden. Hoge grassen, middelhoge en lage grassen zijn gelijkmatig aanwezig met frequentie en bedekking van sleutelsoorten >70%. Dit vereist een gericht natuurbeheer. Geen beschaduwing. Geen aanplant van populieren. Er wordt gestreefd naar natuurlijke gradiëntvegetaties: een mozaïek met rbb_hc, rbb_mc, 6430.

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 0-0,1 ha (kennislacune)
Toename naar 3 ha
Toename door omvorming van niet-habitatwaardig habitat, rbb’s of 6430.

Kwaliteitsdoelstelling
geen doel
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Geen doelstelling

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actueel: 0-0,1 ha
Toename naar 1 ha
Toename door omvorming van niet-habitatwaardig habitat, rbb’s of 6430. Er dienen eerst kleinschalige maatregelen te worden toegepast, om na te gaan welke de beste manier is om het habitat te herstellen.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Goed ontwikkeld alkalisch laagveen, dat niet aangerijkt wordt en dat maximaal doorstroomd wordt met mineraalrijk grondwater (drainage in omgeving minimaliseren). In ondiep grondwater voldoende lage concentraties fosfaat, ammonium en kalium. Geen beschaduwing. Geen aanplant van populieren. Deze vegetaties mogen niet overstroomd worden met (vervuild) oppervlaktewater. Vermijden van strooisellaag (maaibeheer). Minimale bedekking met >70% sleutelsoorten.

Omschrijving populatiedoelstelling

5 broedparen in deze SBZ-H, met hoge broedpotentie in deelgebied 6-De Kevie.
Deze populatie vormt een onderdeel van de Haspengouwse kernpopulatie van 15-16 broedparen, die naast de populaties langs Mombeek en Herk, aangevuld wordt met 10-11 broedparen in de SBZ Haspengouw. Dit vereist een oppervlakte leefgebied van minstens 25-50 ha, waarvan 20 ha extra leefgebied (RBB).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

  • Complex van minimaal 10 ha bloemrijke graslanden (glanshavergraslanden 6510_hu, aangevuld met doornig struweel en/of bloemrijke regionaal belangrijke biotopen.
  • Leefgebied heeft een ruim en gevarieerd aanbod aan grote insecten, voornamelijk mestkevers en loopkevers. Vandaar het belang van bloemrijke percelen en een goed ontwikkelde fauna die zich voedt met mest
  • Voldoende rustige uitkijkposten en broedgelegenheid (doornig struweel van braam, meidoorn of sleedoorn).
Omschrijving populatiedoelstelling

Uitbouw van populatie in goede staat van instandhouding (>50 adulte exemplaren en voortplanting) in deelgebied 6-De Kevie.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Voldoende tot goede staat van instandhouding. Streven naar een voldoende tot goede habitatkwaliteit:

  • Terugdringen eutrofiëring, verwijderen vis, aanwezigheid ondergedoken vegetatie;
  • Landhabitat: kleinschalig landschap met opgaande vegetatie in nabijheid van waterhabitat;
  • Opheffen migratiebarrières (aanleg verbindingsgebieden);
  • Aanleg of herstel van diepe poelen die niet droogvallen in de zomer in de nabijheid van bestaande populaties.
Bart Tessens
Agentschap voor Natuur en Bos