Uitbreiding en kwaliteitsverbetering van landduin- en heidevegetaties.

2506

De SBZ is voor Vlaanderen essentieel voor landduin- en heidehabitats; het grootste heidecomplex van Vlaanderen met meer dan 4000 ha heidevegetaties ligt in het “Landschap van heide, vennen en bossen op en rond het Kamp van Beverlo”. Het zorgvuldig beheren van dit kerngebied van heide met heidestapstenen en het duurzaam verbinden met andere grote heidegebieden is een belangrijke doelstelling. Dit vergt inzet van financiële middelen en mankracht voor uitvoering van het ecosysteembeheer van de heide (tegengaan vergrassing en verbossing, behoud successiestadia van de heide, …).

Het duurzaam beheren vergt samenwerking tussen ANB, militaire overheid, gemeenten en terreinbeherende verenigingen.

Voor de oppervlaktebehoevende soorten van het open heidelandschap zoals grauwe kiekendief, boomleeuwerik, nachtzwaluw, gladde slang, … is een toename en kwaliteitsverbetering van deze habitats essentieel om een voldoende groot leefgebied te ontwikkelen. 12 % van de oppervlakte van de SBZ bestaat uit landduinvegetaties, droge heide neemt 19 % van de oppervlakte van de SBZ in. Dit gebeurt hoofdzakelijk door omvorming vanuit naaldbos (van overheden). Een toename van vochtige heidevegetaties doet zich voor op het Kamp van Beverlo dankzij vernattingsmaatregelen en de essentiële heideverbindingen voor de geïsoleerde populaties van de habitattypische soort gentiaanblauwtje dienen nog uitgevoerd te worden. Voor de verschillende type vennen dient gericht herstelbeheer (afvoeren sliblaag) uitgevoerd te worden. Het brongebied van het Steinsven, waarin drijvende waterweegbree voorkomt, dient gebufferd te worden om de inlaat van aangerijkt oppervlaktewater uit akkerpercelen te verbeteren.

Het beperken van de bronnen van verzuring en vermesting door atmosferische depositie onder meer door buffering, milderende maatregelen zoals plaggen, maaien, om de effecten van verzuring en vermesting te verminderen zijn andere belangrijke maatregelen. Ook de andere hinderbronnen van geluid en licht dienen zoveel mogelijk beperkt te worden (vleermuizen, nachtzwaluw).