Zoeken
De forten (en één schans) vormen de belangrijkste elementen binnen het gebied. In deze forten overwinteren elk jaar van 1 september tot 30 april enkele duizenden vleermuizen van 12 verschillende soorten. Ook in de zomerperiode zijn de objecten van belang als zwermplaats en zomerverblijfplaats (kraamkolonies en zomerverblijfplaats).
Het aanwezige bos bestaat vooral uit naaldbos met een lagere natuurwaarde. Op de droge zandgronden van de Schietvelden kunnen zich oude zuurminnende eikenbossen [*] ontwikkelen. Deze ontwikkeling heeft zich op een aantal plaatsen al in gang gezet, maar deze oppervlakte is nog zeer beperkt. Het voornaamste knelpunt is de soms massale aanwezigheid van invasieve exoten (Amerikaanse vogelkers, rododendron, …) in de bosbestanden. Via LIFE Danah en het door Agentschap voor Natuur en Bos gevoerde opvolgingsbeheer is de bestrijding van deze exoten momenteel goed op kruissnelheid gekomen.
Deze SBZ is belangrijk (6230 en 6510) en zelfs essentieel (6410) voor de ontwikkeling van verscheidene Europese beschermde graslandvegetaties en is zeer belangrijk voor Europees beschermde ruigtes (6430).
De valleien van de talrijke beken die het gebied doorkruisen, vormen een aparte landschapsecologische eenheid. Vaak worden ze gekenmerkt door kalk- en ijzerrijke kwel waardoor ze abiotisch sterk contrasteren met de andere delen van het gebied en specifieke habitats en soorten herbergen.
Waterlopen in de valleien van dit gebied zijn volgens de G-IHD zeer belangrijk voor enkele
Waterlopen in de valleien van dit gebied zijn belangrijk voor enkele Europees te beschermen soorten.
(Loof)Bossen zijn qua oppervlakte het belangrijkste landschapstype binnen dit habitatrichtlijngebied.
Het “KLE-rijk landschap” is rijk aan Kleine Landschapselementen als hagen, houtkanten, knotwilgen, … In het bijzonder Grauwe klauwier is gebonden aan grote aaneengesloten oppervlakten met bloemrijke hooilanden en doornstruweel. De uitbouw van een netwerk van kleine landschapsElementen in de open gebieden is ook essentieel voor vleermuizen (zie Kleine dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Rosse vleermuis, Watervleermuis, Meervleermuis) en Kamsalamander.