Zoeken
Met uitzondering van de landbouw is loofbos qua oppervlakte het belangrijkste landschapstype binnen het vogelrichtlijngebied (zonder Klein en Groot Schietveld). Binnen het overwegend agrarisch gebied vormen bossen de belangrijkste natuurkernen (actueel ca. 300 ha, volgens gewestplan ca.
Het heidelandschap is belangrijk voor een reeks van soorten en habitattypes waaronder
De (half)open beekdalmozaïek met overgangen naar hellingsgraslanden situeert zich op natte, alluviale bodem en bestaat uit schrale tot matig voedselrijke hooi- en graslanden (habitattypes 6230, 6410, 6510_hu/hua ingebed in regionaal belangrijke biotopen dottergrasland, grote zeggenvegetaties, rietland en zilverschoonverbond -
Het boslandschap is belangrijk voor volgende Europese soorten en habitattypes
Een apart gegeven binnen deze SBZ vormt deelgebied 6 – De Kevie.
Het fort van Brasschaat is een essentieel onderdeel van de Antwerpse fortengordel voor vleermuizen. Ook een belangrijk deel van de aanwezige bunkers kan mits een goede inrichting nog een belangrijk potentieel voor overwinterende, zwermende [*] en parende vleermuizen bieden. Verstoring van de rustplaatsen en compartimentering van het landschap (licht) dient vermeden te worden.
[*] De Keukeleire en Jansen, in prep
Het moerasgebied en natuurreservaat de Maatjes is de restant van een oud laagveenmoeras en turfwingebied waarin de laatste 200 jaar terug verlanding in het rietmoeras is opgetreden en dat momenteel bestaat uit rietmoeras en (natte) weilanden. Het gebied wordt gekenmerkt door de veelvuldige aanwezigheid van kleine natuurelementen zoals knotwilgenrijen, houtkanten en heggen.
Het grasland- en moeraslandschap wordt beschouwd als een samenhangend complex van bloemrijke hooilanden (6510), schralere graslandtypes (6410, 6230) en natte ruigtes (6430) Tevens worden eutrofe plassen (3150) en drijftillen (7140) toegevoegd.
Het valleilandschap is belangrijk voor een aantal Europese te beschermen soorten en habitattypes: