Zoeken
Beide Schietvelden worden gekenmerkt door het voorkomen van verscheidene grotere en kleinere vennen. Vennen maken integraal deel uit van een open heidesysteem, en zijn van belang voor soorten als heikikker, poelkikker, kamsalamander en rugstreeppad, alle Europees beschermde amfibieënsoorten waarvan nog duurzame populaties voorkomen in het gebied. In iets voedselrijker water komt de kamsalamander voor. De grote vennen spelen ook een rol als rustplaats voor watervogels.
Het bocagelandschap is belangrijk voor een reeks van Europese soorten en habitattypes waaronder:
Het heidelandschap is belangrijk voor een reeks van habitattypes, soorten en regionaal belangrijke biotopen waaronder:
De instandhouding van natte graslanden en ruigten is in de Dijlevallei belangrijk voor de Europees te beschermen habitattypes van laaggelegen schraal hooiland (6510) en voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland (6430) waarvoor het gebied essentieel is.
Naast een herstel van de natuurlijke waterhuishouding en de verbetering van de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit, is er een toename nodig van natte graslanden van in totaal 39 ha. Deze habitats zijn ook van enig belang voor zeggekorfslak en als foerageergebied voor wespendief, grote zilverreiger en kleine zwaan.
De instandhouding van natte graslanden en ruigten is in de Demervallei belangrijk voor de Europees te beschermen habittatypeshabitattypes van veldrusgrasland (6410), laaggelegen schraal hooiland (6510) en voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland (6430).
Het vijver- en moeraslandschap is belangrijk voor een lange reeks van Europees te beschermen soorten en habitattypes waaronder:
Het vijver- en moeraslandschap in dit gebied is volgens de G-IHD essentieel, zeer belangrijk en belangrijk voor een lange reeks van
Het nat grasland- en moeraslandschap wordt beschouwd als een samenhangend complex van structuurrijke hooilanden (6510), schralere graslandtypes (6410) en natte ruigtes (6430). Tevens worden eutrofe plassen (3150) toegevoegd.
Dit landschap heeft een oppervlakte van 359 hectare en strekt zich uit van het brongebied van de Mangelbeek tot stroomafwaarts in het gebied Schansbeemden.
Het beekdallandschap van de Mangelbeek is een laaglandbeekdalsysteem met overgangen van voedselarme infiltratiegebieden met bossen en heide naar natte beekdalgronden, die overgaan van zure, ongebufferde biotopen in de bovenloop naar meer gebufferde laagveensystemen in de middenloop.