Vallei - vijver- en moeraslandschap

Het vijver- en moeraslandschap in dit gebied is volgens de G-IHD essentieel, zeer belangrijk en belangrijk voor een lange reeks van Europees te beschermen soorten en habitattypes waaronder

  • de broedvogels Roerdomp, Porseleinhoen (zeer belangrijk), Bruine kiekendief, Kleine zilverreiger (essentieel), Blauwborst (zeer belangrijk), IJsvogel (zie Landschap Vallei - waterlopen)
  • doortrekkers/overwinteraars zoals Grote zilverreiger (zeer belangrijk) en Krakeend (zeer belangrijk)
  • amfibieën als Kamsalamander en Poelkikker;
  • waterhabitats in de van nature voedselrijkere sfeer (3150) en overgangs- en trilveen (7140) (essentieel) en kalkhoudende galigaanmoerassen (7210).

Ook een aantal vleermuissoorten is aan dit landschap gebonden (bv. Rosse vleermuis en Ruige dwergvleermuis). Deze stellen een aantal eisen aan het leefgebied zoals handhaving of herstel van ecologisch waardevolle vijvers en plassen met een goede waterkwaliteit, natuurlijk visbestand in evenwicht met de draagkracht van het systeem en natuurlijke oevers met oeverbegroeiing (zie Kleine dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Rosse vleermuis, Watervleermuis, Meervleermuis). De belangrijkste vogels gebonden aan dit landschap vereisen volgende leefgebieden die niet specifiek als Europees habitattype zijn opgenomen

  • grote open moerasgebieden van 140-200 ha met waterriet en kwaliteitsvol open water
  • grote zeggenvegetaties, dottergraslanden en zeer natte kortblijvende graslanden of grazige vegetaties (105 - 150 ha) gebed in een groter geheel van moerasvegetaties. Kwaliteitsvolle open moerasgebieden en natte graslanden- zeggencomplexen kunnen alleen maar bereikt worden door een herstel van de natuurlijke waterhuishouding. De doelstellingen voor Roerdomp vereisen een oppervlakte waterriet van in totaal minstens 70-100 ha en dit in combinatie met voldoende (50 – 75 ha) geschikt open water. Dit impliceert vernatting in de Demerbroeken en Molenstedenbroek, en natuurlijke inrichting in het Schulensbroek. Dit moeraslandschap komt ook soorten als Blauwborst, Grote zilverreiger en Waterrietzanger ten goede.

De herinrichting van de Demervallei tussen Diest en Werchter betreft een grootscheeps investeringsproject, waarvoor ook nog andere voorbereidende studies dienen opgemaakt te worden, zodat de fysische en praktische haalbaarheid van ecologisch herstel kan bekeken worden. Belangrijk is om aan te geven dat het principe van zuinig ruimtegebruik en optimale ruimtelijk allocatie ertoe geleid heeft om in dit gebied te kiezen voor de realisatie van leefgebieden voor Roerdomp omdat dit weinig extra ruimtebeslag inhoudt. De randvoorwaarde is echter voldoende vernatting. Voldoende rust tijdens de broedperiode is essentieel. Deze doelstellingen zijn des te belangrijker in het licht van de relatieve nabijheid van belangrijke vijver- & moeraslandschappen als het Vinne (SBZ-H Bossen en kalkgraslanden van Haspengouw) en het vijvercomlex Midden-Limburg (SBZ-V).