Zoeken
In de beide Schietvelden komen aanzienlijke oppervlaktes vochtige heide en droge heide voor. In mozaïek met vochtige heide komen ook veenhabitats voor [*]. Lokaal komen ook heischrale graslanden voor, op het vliegveld van het Klein Schietveld zelfs op grote oppervlakte. In de heide en in de overgangszone van heide naar bos komen zeldzame diersoorten voor zoals nachtzwaluw, boomleeuwerik, adder en gentiaanblauwtje. Het heischrale grasland herbergt dan weer andere zeldzame habitattypische soorten als de aardbeivlinder. De kwaliteit van de meeste heidehabitats laat echter te wensen over.
Het dagzomen van verschillende geologische lagen, de verschillen in temperatuur op de noord- en zuidgerichte hellingen en het lokaal optreden van kwel op de taluds van het Albertkanaal resulteert in unieke abiotische condities die zich vertalen in een waardevolle mozaïek van verschillende habitattypes.
Deze SBZ is belangrijk voor de ontwikkeling van verscheidene Europese beschermde water- en moerasvegetaties in Vlaanderen. De historische
Deze SBZ is zeer belangrijk (7210 en 7220) en voor enkele habitats essentieel (3140, 7140 en 7230) voor de ontwikkeling van verscheidene Europese beschermde water- en moerasvegetaties in Vlaanderen. De historische
Het landschap wordt beschouwd als een samenhangend complex van structuurrijke hooilanden (6510), schralere graslandtypes (6410) en natte ruigtes (6430). Tevens worden eutrofe plassen (3150) en overgangs- en trilveen (7140) toegevoegd.
In het habitatrichtlijngebied komen nog een drietal vleermuissoorten voor die een breed spectrum van jachtgebieden hebben en eerder kleinschalige landschappen foerageren.
Het vijver- en moeraslandschap is belangrijk voor een lange reeks van soorten en habitattypes waaronder: