Herstel van laagveencomplex in samenhang met heischraal grasland

2503

Het realiseren van een ecologisch samenhangend geheel van hoog kwalitatieve kleine zeggenvegetaties, veldrusgraslanden en heischrale graslanden in de verschillende beekvalleien (Zwarte beek, Grote Nete en Dommel-Bolisserbeek) vergt grote aaneengesloten oppervlakten, een natuurlijke hydrologie en een aangepast maaibeheer. De gradiënten in de vallei (heide op zand; heischraal op overgang zand- veen; kleine zeggenvegetaties op veen) moeten maximaal hersteld en/of ontwikkeld worden om het voorkomen en areaal van tal van soorten veilig te stellen.

De veenlichamen dienen integraal beschermd te worden. In de vallei van de Zwarte beek kan dit ook op basis van een archeologische waarde. De veraarding van het veen dient gestopt te worden en het proces van veenvorming dient maximaal gestimuleerd te worden. Dit kan door herstel hydrologie, dempen van drainagegrachten, draineringen en voldoende intensief maaibeheer. Om het maaibeheer te kunnen uitvoeren is inzet van speciale aangepaste maai- en afvoercombinaties noodzakelijk en dienen de terreinen zo ingericht te worden, dat het maaibeheer zo efficiënt mogelijk op terrein uitgevoerd kan worden. Het begrazingsbeheer dient aangepast te worden, waarbij begrazing op veenpakketten tot een minimum beperkt dient te worden (vertrappeling van veen leidt tot uitbreiding van pitrus).

Het duurzaam instandhouden van laagveenvegetaties vergt voldoende financiële inzet van middelen en mensen om het intensieve beheer mogelijk te maken. Het Natuurinrichtingsproject Zwarte beekvallei staat in voor herstel hydrologie, maatregelen voor inrichting in functie van efficiënt beheer, uitbreiding van kleine zeggenvegetaties en heischrale graslanden en verwerving van percelen hiertoe. Op het Kamp van Beverlo gebeurde het herstel van de hydrologie en herstel van kleine zeggenvegetaties reeds grotendeels dankzij het Life project DANAH.

Prioritair is het volhouden van de beheerinspanningen, het voorzien van aangepast materiaal en inzet mankracht en voldoende financiële middelen. Deze inspanning dient geleverd te worden door ANB en de terreinbeherende vereniging, Onroerend Erfgoed in geval bescherming van het veenlichaam.