Specifieke natuurdoelen

Op het Plateau van Caestert wordt een graslandkern voor grauwe klauwier van ongeveer 30 hectare gerealiseerd, op de Tiendeberg een van 15 hectare. In de deelgebieden Roosburg, Keel-Muizenberg, Lacroixberg gaat de aandacht naar de aanplanting van mantelzoomvegetaties, doornstruwelen nabij de interessante graslandvlekken. De oppervlakte kalkminnend beukenbos wordt uitgebreid. Samen met de landbouwers wordt, vanwege de vleermuizen, gewerkt aan een gezonde mestfauna. De mergelgroeven hebben een optimaal microklimaat en zijn verstoringsvrij tijdens de winter- en paarperiode.

Dit zijn de specifieke natuurdoelen voor gebied 'Caestert':

Bocagelandschap met mozaïekstructuur van graslanden en kleine bosjes

Oppervlaktedoelstelling
=
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actuele oppervlakte: Behoud van de actuele oppervlakte op locaties waar grind dagzoomt.

Kwaliteitsdoelstelling
=
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Het habitattype omvat vooral éénjarige en specifieke plantensoorten (zoals Dwergviltkruid, Klein vogelpootje, Klein tasjeskruid, Zandblauwtje). Tegengaan van verbossing.

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Actuele oppervlakte: 1 ha
Toename met 6 ha Betreft subtype 6210_hk door omvorming van struwelen en bosaanplanten in deelgebied 1 Roosburg, , 3 Keel en ook 2 Tiendeberg, 4 Caestert; en subtype 6210_sk: door omvorming van grasland in de deelgebieden 1, Roosburg, 2 Tiendeberg, 3 Keel – de Muizenberg en 4 Caestert.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Beperken van opslag van struweel door periodiek begrazingsbeheer. Gevarieerde structuur van de kruidlaag met een goed ontwikkelde moslaag.

  • Hoge soortenrijkdom en orchideeënrijk.
  • Tegengaan bemesting en inspoeling van nutriënten uit hogergelegen landbouwgronden.
  • Geschikt leefgebied voor de habitattypische soort Grauwe klauwier.
  • Oppervlaktedoelstelling
    +
    Omschrijving oppervlaktedoelstelling

    Actuele oppervlakte: 2 ha
    Toename met 10 ha door omvorming van grasland: in deelgebied 2 Tiendeberg in deelgebied 4 Caestert.

    Kwaliteitsdoelstelling
    Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

    Het habitattype bevat een lage vegetatie (

    Oppervlaktedoelstelling
    +
    Omschrijving oppervlaktedoelstelling

    Actuele oppervlakte: 5 ha
    Toename met 19 ha met als richtwaarde voor uitbreiding 10 ha.
    6510_hu: +18in deelgebieden 2 Tiendeberg en 4 Caestert in DG 1 Roosburg i.f.v Grauwe klauwier.
    6510_huk: + 1ha in deelgebieden 2 Tiendeberg en 4 Caestert + in DG 1 Roosburg i.f.v Grauwe klauwier.

    Kwaliteitsdoelstelling
    Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

    Structuurrijk grasland met veel rozetplanten, grote bedekking van sleutelsoorten en weinig verstoring door verruiging, vervilting en verbossing. Strooisellaag is minimaal. Plaatselijk boom- en struikopslag. Geschikt leefgebied voor de habitattypische soort Grauwe klauwier.

    Boslandschap met natuurlijke overgangen naar graslandhabitats

    Oppervlaktedoelstelling
    +
    Omschrijving oppervlaktedoelstelling

    Actuele oppervlakte: 1 ha
    Toename met 4 ha door omvorming van 9160 in deelgebied 4 Caestert.

    Kwaliteitsdoelstelling
    Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

    Voldoende staat van instandhouding: Verbetering van de huidige kwaliteit van het habitat door:

    • Afwezigheid van een strooisellaag;
    • Aanwezigheid van voldoende kalk aan de oppervlakte door omwoelen van de bodem;
    • Ijl bos door afwezigheid van dikke bomen en dik dood hout (hakhoutbeheer);
    • Verhoging van aantal orchideeën en sleutelsoorten in de kruidlaag.

    Het wegvallen van begrazing in het grazig type iepenbos zorgt voor achteruitgang van de schrale vegetaties. Heropstarten van deze begrazingsvorm kan een geschikte beheersmaatregel zijn voor natuurherstel.

    Oppervlaktedoelstelling
    =
    Omschrijving oppervlaktedoelstelling

    Actuele oppervlakte: 21 ha
    Behoud van de actuele oppervlakte, met uitzondering van 5 ha die omgevormd worden naar 9150.

    Kwaliteitsdoelstelling
    Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

    Goede staat van instandhouding: goed ontwikkelde, structuurrijke eiken-haagbeukbos met een heterogene leeftijdsopbouw, aanwezigheid van boszomen en open plekken.

  • Voldoende dood hout, geen exoten en buffering tegen externe invloeden. Grote bedekking met sleutelsoorten.
  • Mantel-zoomvegetaties in overgang naar graslandhabitats met doornig struweel (rbbsp, rbbsg) of struweel (6210_sk).
  • Mergelgrotten

    Oppervlaktedoelstelling
    =
    Omschrijving oppervlaktedoelstelling

    Behoud van de huidige oppervlakte.

    Kwaliteitsdoelstelling
    Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

    Behoud en verbetering van de huidige kwaliteit in functie van de overwinterings- en paarplaats voor vleermuizen. Voorkomen van verstoring van vleermuizen in de winterperiode. Lokale verbetering wat betreft microklimaat, relatieve vochtigheid en luchtcirculatie. Garanderen van de stabiliteit van de groeves en de vleermuisingangen. Landschappelijke inpassing van grotingangen met KLE.

    Omschrijving populatiedoelstelling

    Actuele populatie: overwintering 3 exemplaren (+2exp in Groeve ‘juge’ Zussen) (wintertelling 2008-2009). Bij zwermgedrag begin september 2011 werden 120 exemplaren vastgesteld (broedpopulaties in Kortessem (Jongenbos, Bellevue, Krijt), Diepenbeek (Nietelbroeken) en Tongeren (Kolmont)
    Toename van de populatie.

    Kwaliteitsdoelstelling
    Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

    Optimalisatie van het winterhabitat door behouden, verbeteren en bufferen van het geschikt microklimaat in de mergelgrotten zodat aan volgende kwaliteitseisen wordt voldaan

    • geen verstoring;
    • stabiele temperatuur van 7-10 °C;
    • zeer hoge relatieve vochtigheid (> 90%);
    • maximaal tochtvrij;
    • zo weinig mogelijk lichtpollutie bij de ingang van grotten, foerageerhabitats en vliegroutes;
    • behoud of creëren van geschikte spleten of nissen om in weg te kruipen.

    Optimalisatie van het zomerhabitat en foerageergebied door

    • het verbeteren van de ecologische kwaliteit van het landschap door het behouden en versterken van aanwezige boselementen, graslanden, KLE’s en boshabitats 9150 en 9160;
    • behoud holle bomen.
    Omschrijving populatiedoelstelling

    Brandt’s/gewone baardvleermuis en franjestaart: minimaal behoud van de populatie op de actuele locaties. Telling 2008-2009:551 watervleermuis, 547 franjestaart en 969 baard/Brandt’svleermuis,
    Watervleermuis: toename van de populatie.

    Kwaliteitsdoelstelling
    Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

    Optimalisatie van het winterhabitat door: behouden, verbeteren en bufferen van zones in de mergelgrotten met een geschikt microklimaat

    • geen verstoring;
    • stabiele temperatuur van 7-10 °C;
    • zeer hoge relatieve vochtigheid (>90%);
    • maximaal tochtvrij;
    • zo weinig mogelijk lichtpollutie bij de mergelgrotten, foerageerhabitats en vliegroutes
    • behouden of creëren van geschikte spleten of nissen om in weg te kruipen;

    Optimalisatie van het zomerhabitat en foerageergebied door

    • het verbeteren van de ecologische kwaliteit van het landschap door het behouden en versterken van aanwezige boselementen, graslanden, KLE’s en boshabitats 9150 en 9160;
    • behoud van open water (specifiek voor Watervleermuis);
    • behoud van holle bomen;
    • inrichting van zolders (specifiek voor Brandt’s vleermuis).
    Omschrijving populatiedoelstelling

    Gewone dwergvleermuis en gewone/grijze grootoorvleermuis: minimaal behoud van de populatie op de actuele locaties.
    Laatvlieger: aanwezigheid van een populatie in de SBZ.

    Kwaliteitsdoelstelling
    Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

    Optimalisatie van het winterhabitat door: behouden, verbeteren en bufferen van zones in de mergelgrotten met een geschikt microklimaat

    • geen verstoring;
    • stabiele temperatuur van 7-10 °C;
    • zeer hoge relatieve vochtigheid (>90%);
    • maximaal tochtvrij;zo weinig mogelijk lichtpollutie bij de mergelgrotten, foerageerhabitats en vliegroutes
    • behouden of creëren van geschikte spleten of nissen om in weg te kruipen

    Optimalisatie van het zomerhabitat en foerageergebied door

    • het verbeteren van de ecologische kwaliteit van het landschap door het behouden en versterken van aanwezige boselementen, graslanden, KLE’s en boshabitats 9150 en 9160
    • behoud van holle bomen;
    • inrichting van zolders (specifiek voor Gewone/Grijze grootoorvleermuis en Laatvlieger).
    Omschrijving populatiedoelstelling

    Aanwezigheid van een populatie in de SBZ (mogelijke herkolonisatie vanuit Wallonië, laatste overwinteringsgegeven 1973).

    Kwaliteitsdoelstelling
    Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

    Optimalisatie van het winterhabitat door: behouden, verbeteren en bufferen van het geschikt microklimaat in de mergelgrotten zodat aan volgende kwaliteitseisen wordt voldaan:

    • geen verstoring;
    • stabiele temperatuur van 7-10 °C;
    • zeer hoge relatieve vochtigheid (> 90%);
    • maximaal tochtvrij;
    • voorzien van hangplaatsen in winterverblijfplaatsenzo weinig mogelijk lichtpollutie bij de ingang van grotten, foerageerhabitats en vliegroutes;
    • behoud of creëren van geschikte spleten of nissen om in weg te kruipen.

    Optimalisatie van het zomerhabitat en foerageergebied door

    • het verbeteren van de ecologische kwaliteit van het landschap door het behouden en versterken van aanwezige boselementen, graslanden, KLE’s en boshabitats 9150 en 9160;
    • kerkzolders of vergelijkbare habitats vleermuisvriendelijk en toegankelijk maken zodat de kansen op herkolonisatie vanuit Wallonië sterk verhoogd worden;
    • beperken van of alternatieven gebruiken voor antibiotica en antiparasitaire producten (met name avermectines) bij begrazingsprojecten in reservaatsgebieden.
    Omschrijving populatiedoelstelling

    Actuele status: overwintering meervleermuis 86 exemplaren, ingekorven vleermuis 196 exemplaren, vale vleermuis 1 exemplaar (telling 2008-2009)
    Bijkomend 101 overwinteraars meervleermuis in de grotendeels Vlaamse groeves met Waalse ingang (telling winter 2011-2012)
    Minimaal behoud van de populatie op de actuele locaties.

    Kwaliteitsdoelstelling
    Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

    Optimalisatie van het winterhabitat door: behouden, verbeteren en bufferen van het geschikt microklimaat in de mergelgrotten zodat aan volgende kwaliteitseisen wordt voldaan

    • geen verstoring;
    • stabiele temperatuur van 7-10 °C;
    • zeer hoge relatieve vochtigheid (> 90%);
    • maximaal tochtvrij;
    • zo weinig mogelijk lichtpollutie bij de ingang van grotten, foerageerhabitats en vliegroutes;
    • behoud of creëren van geschikte spleten of nissen om in weg te kruipen.

    Optimalisatie van het zomerhabitat en foerageergebied door

    • het verbeteren van de ecologische kwaliteit van het landschap door het behouden en versterken van aanwezige boselementen, graslanden, KLE’s en boshabitats 9150 en 9160;
    • behoud van open water (specifiek voor Meervleermuis);Voldoende warme en volledig donkere zolders (gemiddeld >25°c) met een grote invliegopening die een directe vlucht toelaat en daarnaast voldoende dikke holle bomen die rustig gelegen zijn in de boscomplexen (specifiek voor Ingekorven vleermuis);
    • Inrichten van kerkzolders.
    Bart Tessens
    Agentschap voor Natuur en Bos