Om de moerasvogelpopulatie te herstellen is het belangrijk om de eutrofiëring van de vijvers op te heffen en de voortplantings- en foerageerbiotopen te herstellen (mozaïek van open en helder water, gevarieerde watervegetatie, riet- en moeraszones met een gevarieerd voedselaanbod dat niet gedomineerd is door uitheemse invasieve vissen).
Moerasvogels verkiezen een rustig, open vijverlandschap. Kappen of maaien van dijken tussen vijvers is een belangrijke beheermaatregel. In recreatief druk bezochte gebieden moet doordacht omgegaan worden met de aanleg van wandel- of fietsinfrastructuur zodat steeds rustige plekken aanwezig blijven in het gebied. Harde recreatie is uit den boze in deze moerasgebieden.
Een actueel belangrijk knelpunt in deelgebied 1 zijn de steeds grotere oppervlakten overspannen vijvers tegen aalscholvervraat in kerngebieden voor deze soorten. Jaarlijks sterven hier tientallen (bijlage I) moerasvogels in tijdens het foerageren. Een oplossing hieromtrent dringt zich op.
Deze inspanningen worden in eerste instantie verwacht van ANB, NP, LiLa en provincie Limburg, maar ook de private eigenaars. VLM en RL zijn samen met de provincie belangrijke partners om ontwikkelingen in het gebied in goede banen te leiden conform te vereisten van deze soorten.