Zoeken
De Strandplevier is een kleine plevier die gekenmerkt wordt door zwarte poten, lichtbruine bovendelen, witte onderdelen en een donkere vlek op de zijborst. Volwassen mannetjes hebben in broedkleed een zwart dwarsbandje over de kruin en een roestbruin achterhoofd. Deze delen zijn effen lichtbruin bij mannetjes in winterkleed, vrouwtjes en juveniele vogels. In alle kleden zijn een wit voorhoofd en witte halsband te zien. In de vlucht vallen de brede, witte vleugelstreep en de witte zijden van de stuit en staart op.
De Steltkluut is een zeer sierlijke, zwart-witte vogel met enorm lange, rode poten en een zeer dunne, priemvormige, zwarte snavel. Enkel de mantel, schouders en de puntige vleugels zijn altijd donker. Sommige vogels hebben ook een zwart petje op de kop en een zwarte achterhals. Bij andere vogels is dit geheel wit. Het mannetje is herkenbaar aan de groenglanzende zwarte bovendelen; het vrouwtje heeft een bruin getinte mantel die contrasteert met de zwarte vleugels. Juveniele vogels zijn veel fletser getekend en hebben een witte vleugelachterrand.
De Slechtvalk is onze grootste valk. Hij is fors gebouwd met korte, brede vleugels en staart. In alle kleden is de zwarte kopkap met brede, zwarte baardstreep zeer opvallend. De volwassen vogels zijn blauwgrijs vanboven en hebben een zwarte bandering op de witte onderdelen. Jonge vogels zijn bruin vanboven en hebben zwarte lengtestrepen op de onderdelen. In de vlucht zijn de vleugels meestal licht naar achteren gebogen met een duidelijke vleugelbocht. In actieve vlucht zijn de vleugelslagen vrij snel en nogal ondiep en bereikt de vogel een gemiddelde snelheid.
De Roerdomp is een middelgrote, gedrongen, geelbruine reiger met een relatief korte, dikke nek, losse keelveren en relatief korte poten. De bovendelen vertonen een ingewikkeld patroon van zwarte V-vormige tekeningen op een lichtbruine grondkleur. De onderdelen zijn lichter met duidelijkere lengtestrepen. De
In tegenstelling tot de meer algemeen voorkomende Blauwe reiger is de Purperreiger iets kleiner, slanker en vooral te onderscheiden door zijn donker verenkleed, langere, gelijkmatiger dunne snavel en smallere kop. De bovenzijde van de mantel is donkergrijs en de vleugeldekveren zijn effen donkergrijs met een paarsbruine gloed. De zijden van de kop en de hals zijn okerbruin met een dunne, zwarte lengtestreep. Ook in vlucht is de vogel goed te herkennen aan zijn donker verenkleed en zijn snellere vleugelslag in vergelijking met de Blauwe reiger.
Het Porseleinhoen is een kleine compacte ral met gele snavel, grijs met wit gevlekte onderdelen en bruin geschubde bovendelen. In tegenstelling tot andere rallen is de onderstaart volledig crèmekleurig. De poten zijn groen. Bij adulten is een beetje rood aan de snavelbasis zichtbaar. Porseleinhoenen vliegen niet snel op en sluipen ongezien weg door de vegetatie. In tegenstelling tot de (hoofdzakelijk nachtelijke) levenswijze is de zang zeer opvallend: een veelvuldig herhaald whuitt, dat klinkt als een zweepslag.
De Ortolaan is een forse gors met groengrijze kop en borstband, gele mondstreep en keel, oranjebruine onderdelen en krachtig gestreepte bruine bovendelen. Het vrouwtje is een wat fletsere kopie van het mannetje, zonder duidelijk afgelijnde kleuren. Opvallende kenmerken in alle kleden zijn de geelachtige oogring en de roze snavel. De zang is een simpele, rinkelende klank met een herhaald thema dat halverwege omwisselt met een ander herhaald thema, en dit van op een hoge tak of boomtop.
De Ooievaar is een grote witte vogel met zwarte slagpennen, een lange hals, lange rode poten en een lange, dolkvormige, rode snavel. De onvolwassen vogel heeft een blekere snavel met een donkere punt. Hij vliegt altijd met uitgestrekte hals, in tegenstelling tot grote reigers. Bij warm weer zweven ze op thermiek met horizontaal gehouden vleugels. De Ooievaar is zwijgzaam, maar laat luid geklepper met de snavel horen bij het nest, vooral als beide partners elkaar begroeten.
De Nachtzwaluw is een bruingrijze vogel met ingewikkelde tekening die overdag, met gesloten ogen en perfect gecamoufleerd, zit te rusten op de grond of een dikke tak. Het is een nachtactief dier met een kenmerkend groot oog. Het mannetje heeft sneeuwwitte vlekken op de handpennen en witte staarthoeken. Deze vlekken ontbreken bij het vrouwtje en de onvolwassen vogels.