Purperreiger

Ardea purpurea
Fauna
Vogels
Purperreiger (Ardea purpurea)
Vogelrichtlijngebieden voor Purperreiger. Rood: belangrijk broed-, trek- en/of overwinteringsgebied. Oranje: broed-, trek- en/of overwinteringsgebied met kleinere aantallen.

+

Uitbreiding van het huidige areaal

+

Uitbreiding van de huidige populatie tot minimaal 60 broedparen

+

Oplossen van tekort aan kwaliteit van het leefgebied. Geen extra oppervlakte leefgebied nodig naast de vooropgestelde extra oppervlaktes Europees te beschermen habitats en leefgebied van andere Europees te beschermen soorten en de algemene kwaliteitsverbetering ten gevolge van het huidige milieubeleid.

In tegenstelling tot de meer algemeen voorkomende Blauwe reiger is de Purperreiger iets kleiner, slanker en vooral te onderscheiden door zijn donker verenkleed, langere, gelijkmatiger dunne snavel en smallere kop. De bovenzijde van de mantel is donkergrijs en de vleugeldekveren zijn effen donkergrijs met een paarsbruine gloed. De zijden van de kop en de hals zijn okerbruin met een dunne, zwarte lengtestreep. Ook in vlucht is de vogel goed te herkennen aan zijn donker verenkleed en zijn snellere vleugelslag in vergelijking met de Blauwe reiger. De iets dunnere hals die ingetrokken is in de vlucht maakt een diepere knik dan bij de Blauwe reiger.

De Purperreiger broedt voornamelijk in Zuid- en Zuidoost-Europa en oostwaarts, maar ook verspreid in West-Europa (o.a. Nederland). Hij overwintert in tropisch Afrika. De Purperreiger is in Vlaanderen een zeldzame zomergast van april tot oktober. Tot halfweg de jaren ‘90 waren er niet-jaarlijkse broedgevallen in de provincies Antwerpen en Limburg. De aanwezigheid van deze onregelmatige broedvogel in Vlaanderen is een afspiegeling van de sterkte van de Nederlandse broedpopulatie. De soort trekt in klein aantal door in het voor- en najaar, vooral in waterrijke gebieden en aan de kust.

Zeer nadelig voor de soort zijn verdroging, verbossing, het verdwijnen van rietzones of voedselgebieden en de vernietiging van geschikt broedhabitat. De soort is ook zeer gevoelig voor verstoring.

Een op deze soort gericht beheer omvat de inrichting van potentieel geschikte broedgebieden met voldoende plasdras overgangen en uitgebreide ondiepe zones. Dit kan gerealiseerd worden door het instellen van een natuurlijk peilbeheer in bestaande moerassen. Vooral het ter beschikking stellen van nabij gelegen, vochtige, agrarische gebieden voor het foerageren is van cruciaal belang, net als het verzekeren van voldoende rustgebieden.

De Purperreiger houdt er een andere levensstijl op na dan de Blauwe reiger. Deze schuwe vogel leeft immers voornamelijk verborgen in uitgestrekte, ondiepe moerassen met rietvelden en laat zich maar zelden zien. Deze kolonievogel broedt bij uitzondering in bomen maar maakt zijn nest meestal op overjarig, door struweel omgeven riet. Deze reiger foerageert in ondiep water in het riet, langs sloten of in natte weilanden. Het voedsel bestaat vooral uit vissen, amfibieën, waterinsecten, kevers en muizen.

Onregelmatige broedvogel