Binnen het rivierlandschap zijn de habitats geen statisch gegeven, maar juist een dynamisch gegeven. De rivier zorgt ervoor dat ze ergens kunnen ontstaan (bv. door afzetting) of terug verdwijnen door erosie. Door successie zal het ene habitattype overgaan in een ander habitattype (bv. van een ruigte over een wilgenstruweel tot een hardhoutooibos). Via procesbeheer streeft men naar een natuurlijk rivierlandschap met een mozaïek van pioniersvegetaties, graslanden en ruigten en loofbos. Hierbij zorgen natuurlijke rivierdynamiek en extensieve begrazing voor een voldoende hoog aandeel open habitats. Naast procesbeheer is ook patroonbeheer nodig voor het instandhouden en de ontwikkeling van schrale graslanden (6510). Voor de uitbreiding van 18 ha van dit habitattype is overleg nodig met de rivierbeheerders, de private eigenaars, de plaatselijke landbouwers en de terreinbeherende instanties.
Het opmaken van een geïntegreerd beheerplan (rivierbeheer en natuurbeheer) is wenselijk voor alle deelgebieden en niet in het minst voor die locaties waar maatregelen door de rivierbeheerder zijn uitgevoerd zoals Hochter Bampd, Herbricht, Mazenhoven, Kerkeweerd-Negenoord, Bichterweerd. De VNBM kan hierin het voortouw nemen.De Grensmaas is essentieel voor het habitattype 91F0. Dit habitattype komt voor op leemgronden, die sporadisch overstromen. Bodemvormende processen zijn essentieel voor de ontwikkeling van dit habitattype. Begrazing van potentiële locaties is in eerste instantie dan ook niet aangewezen, tenzij over zeer grote beheereenheden (>1000 ha) kan gesproken worden met lage graasdensiteiten. Dit type zal zich onder meer ontwikkelen uit wilgenstruwelen. Deels zijn deze actueel opgenomen als het type 91E0_sf. Dit betekent dat de oppervlakte 91E0_sf kan afnemen ten gunste van 91F0.
Voor instandhouden van het leefgebied van kwartelkoning (45% bloemrijke graslanden 45 % 6510 en beperkt 10 % 6430) zal het beheer soortgericht dienen te zijn: maaien met late maaidatum eventueel aangevuld met en Boomkikkerextensieve begrazing.Duurzaam beheer van de habitats en soorten vergt ook een sturing en afstemming van de recreatiedruk, de kayakvaart op de Maas en de visserij. Het project Maasvallei neemt initiatieven tot afstemming rond visserij. De problematiek van de kayakvaart wordt behandeld in de VNBM. Het protocol tussen ANB en de gemeente Kinrooi (2009) voorziet in een sturing van de recreatie in deelgebied 11.
De toegankelijkheid van de nieuwe natuurterreinen kan geregeld worden in de toegankelijkheidsreglementering bij opmaak van een beheerplan. Hierbij kan dan rekening gehouden worden met verstoringsgevoelige soorten zoals kwartelkoning, visdief en otter.
Problematisch in grote riviersystemen is de bestrijding van invasieve exoten zoals reuzenbalsemien en Japanse duizendknoop. Het probleem doet zich nu enkel zeer lokaal voor. Als tijdig en snel kan gereageerd worden is verdere verspreiding van de exoten tegen te houden. De rivierbeheerder in samenspraak met de terreinbeherende vereniging en ANB dienen deze problematiek zo spoedig mogelijk op te pakken. Aardpeer kan door begrazing onderdrukt worden.