1804
De oeverzone van sommige vennen is te voedselrijk en daardoor dicht begroeid met pitrus of pijpenstrootje. Afplaggen van de voedselrijke toplaag en/of afschuinen van te steile venoevers zal de ontwikkeling van ven- en veenhabitats mogelijk maken en ook voor diersoorten als Heikikker positieve gevolgen hebben.