Zoniënwoud
Algemene info
Het Zoniënwoud is een overblijfsel van het vroegere Kolenwoud, dat al beschreven werd in de oorlogsdagboeken van Julius Caesar. Het Vlaamse deel van het Zoniënwoud ligt aan de zuidelijke en zuidoostelijke kant van Brussel. Het is deel van een groot aaneengesloten woud dat doorsneden is door verschillende drukke verkeersassen waaronder de ring rond Brussel, de E411 en de Duboislaan.
Het gebied bestaat volledig uit bos. Het Agentschap voor Natuur en Bos beheert meer dan 90%, de rest wordt beheerd door privé-eigenaars. Door de enorme houtproductie houdt het agentschap jaarlijks een openbare houtverkoop waar houtexploitanten dankbaar gebruik van maken. Het woud oefent een grote aantrekkingskracht uit op wandelaars, fietsers, ruiters… Jaarlijks trekken er miljoenen recreanten naar het woud.
Hoeilaart (1560), Overijse (3090), Tervuren (3080), Sint Genesius Rode (1640)
Inspanningen
Het Zoniënwoud heeft er alle belang bij om één aansluitend geheel te worden via een ecoduct en ecotunnels (ontsnippering). De kwaliteit van de bossen, heide en graslanden verbeteren we via een aangepast beheer. Voor de vijvers is het belangrijk om vervuiling van het open water tegen te gaan en om voldoende bronwater te krijgen. Voor de vroedmeesterpad en het vliegend hert is een beschermingsplan noodzakelijk. Een goede samenwerking tussen het Agentschap voor Natuur en Bos en gemeenten, het Agentschap Wegen en Verkeer, en de andere beheerders van het Zoniënwoud is daarbij essentieel.
Afstemming van de recreatie op de ecologische waarden
In het Zoniënwoud wordt in het bijzonder aandacht besteed om overmatige effecten door recreatie te voorkomen. Dit betekent enerzijds het kanaliseren van recreatie naar zones die minder verstoringsgevoelig zijn en anderzijds het wel overdacht ontsluiten van nog in te richten gebieden. In overleg met de betrokkenen wordt op intergewestelijk niveau naar oplossingen gezocht. Zo werden er in de structuurvisie van het Zoniënwoud een aantal poorten en vaste vertrekpunten gelokaliseerd en ontworpen.
Bosbeheer gericht op verbetering van de ecologische kwaliteit
In de meest waardevolle ecologische kernzones van het bos wordt gekozen voor het laten primeren van de ecologische bosfunctie zodat een verdere verhoging van de habitatkwaliteit gerealiseerd kan worden. Dit kan door uitbreiding van bosreservaten en het afbakenen van een voldoende aantal verouderingseilanden verspreid in het bos. Er wordt geschat dat het bos zal evolueren van 40 ha tot op lange termijn 300 ha boshabitat met een uitstekende staat van instandhouding.In de andere delen van het bos biedt dit IHD-rapport een belangrijk kader dat aangeeft in welke richting een meer natuurgericht bosbeheer in het Zoniënwoud dient te evolueren. De ecologische kwaliteit kan nog sterk verbeterd worden als het bosbeheer aandacht heeft voor het verbeteren van de structuurparameters (meer dood hout in het bos, het verbeteren van de horizontale en verticale structuur, maximaal behoud van monumentale bomen (omtrek > 300 cm), ontwikkelen van structuurrijke bosranden, uitbreiden van het aantal open plekken). Een plaatselijke kwaliteitsverbetering van het leefgebied voor Vliegend hert zal noodzakelijk zijn om de kansen voor een mogelijke terugkeer veilig te stellen.Het grootste deel van het bos wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. In de overige 9 % van het bos zal via samenwerking met de private boseigenaars binnen de criteria duurzaam bosbeheer worden gewerkt aan een habitatkwaliteitsverbetering. Het verbeteren van structuurparameters zal een doelstelling zijn voor het toekomstig beheerplan. Verwacht wordt dat er op middellange termijn de vooropgestelde doelstellingen (o.a. een B-score voor parameters dood hout) kunnen gehaald worden.
Evolueren naar een gevarieerder bos dat minder gevoelig is voor bodemverzuring, stormen, droogtestress
Op lange termijn wordt gestreefd naar een meer gevarieerd bos. Het is nodig om meer variatie in het bos te brengen op vlak van boomsoorten, boshabitats, leeftijd en structuur. Dit zijn belangrijke maatregelen om het bos weerbaarder te maken tegen de verzuring, de stormen en een mogelijke toekomstige droogtestress. Door het inbrengen van inheemse, bodemverplegende boomsoorten zoals Winterlinde, Zoete kers, Gewone esdoorn, Es, Haagbeuk, Hazelaar,.. kan de uitgangssituatie verbeterd worden. De noodzakelijke beheermaatregelen zullen in het beheerplan verder worden gespecifieerd.
Ontsnipperingsmaatregelen in het bos
Ondanks de grote natuurlijke structuur, bestaat het habitatrichtlijngebied in feite uit enkele afzonderlijke entiteiten waartussen harde barrières zoals wegen en spoorwegen voorkomen. Voor sommige mobiele bosbewoners zorgen deze barrières voor een opsplitsing van hun populatie in deelpopulaties. Voorbeelden zijn Watervleermuis en Boommarter. Ontsnipperingsmaatregelen zijn belangrijke maatregelen om de effecten van de barrières te beperken. Het is belangrijk om deze problematiek intergewestelijk aan te pakken samen met de administraties van wegen en verkeer en de NMBS.
Ontwikkelen van 2 kernzones met een gevarieerde mix van droog heischraal grasland, heide en eikenberkenbos
Er worden 2 zones gezocht waarbinnen gestreefd wordt naar een gevarieerde mix van heischraal grasland, droge heide en eiken-berkenbossen (elk habitat telkens 1/3 van het oppervlak). Elke zone varieert telkens van 10 tot 15 ha. Er zijn momenteel 4 mogelijk locaties. In het beheerplan worden de 2 meest interessante locaties verder uitgezocht. Deze natuurherstelmaatregel kan uitgevoerd worden door het Agentschap voor Natuur en Bos en de Koninklijke schenking.
Optimalisatie van de droge graslanden op de renbaan en op de open plekken
De bestaande graslanden en dellen kunnen door een gericht beheer nog sterk in kwaliteit toenemen. Dit kan op korte termijn gerealiseerd worden. Op sommige van deze graslanden kunnen de potenties voor heischraal grasland ontwikkeld worden. Te kleine habitatvlekken kunnen uitgebreid worden door verbindingen te maken met andere open zones of door mantel-zoomvegetaties te ontwikkelen op de bosrandzone. Op de renbaan van Groenendaal wordt gestreefd naar een open structuurrijke graslandvegetatie die rijk is aan insecten. Het is zowel belangrijk voor de insecten an sich, als voor zeldzame soorten die insecten als voedselbron hebben, zoals de vleermuizen en vogels. Voor een goede kwaliteit op vlak van fauna wordt gekozen voor één grote habitatvlek van meer dan 30 ha. De meeste locaties zijn eigendom van het Agentschap voor Natuur en Bos. Een belangrijk gedeelte is eigendom van de Koninklijke schenking. Deze habitats kunnen op korte termijn in sterke mate verbeterd worden.
Optimalisatie waterhuishouding
Er wordt een zo natuurlijk mogelijke waterhuishouding nagestreefd. Een verdere verbetering van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater zodat het water geschikt wordt en blijft als voeding van de vijversystemen, valleibossen en natte ruigten, en als direct leefgebied voor habitatsoorten als Bittervoorn en IJsvogel; Dit kan gerealiseerd worden door het Agentschap voor Natuur en Bos samen met andere partners.
Soortbeschermingsprogramma voor de Vroedmeesterpad
Er wordt een soortbeschermingsprogramma opgemaakt voor de vroedmeesterpad met daarin een aanpak voor de realisatie van de ecologische verbinding tussen Zoniënwoud (Marnixbossen) en Ketelheide, zoals beschreven in de motiveringsnota in bijlage aan het onderbouwende rapport.
Soortbeschermingsprogramma voor het Vliegend Hert
Er wordt een soortbeschermingsprogramma opgemaakt voor het vliegend hert met daarin een aanpak voor de realisatie van de ecologische verbinding tussen Zoniënwoud en Ijsevallei, zoals beschreven in de motiveringsnota in bijlage aan het onderbouwende rapport.
Uitbreiding oppervlakte boshabitat
Het boshabitat kan verder toenemen door omvorming van naaldhout naar loofhout. Omdat het Zoniënwoud bijna volledig is omgeven door verstedelijkt gebied, is het uiterst belangrijk om voor de bestaande corridors een ‘open ruimte –invulling’ te voorzien/behouden. Een verdere verstedelijking in de randzone zou het Zoniënwoud isoleren van zijn omgeving en is dus niet gewenst. De Brabantse bosstructuur kan verbeterd worden door een versterking van de bestaande bos- en natuurverbindingen. Op die manier kan het Zoniënwoud blijven fungeren als brongebied voor talrijke bossoorten.
Specifieke natuurdoelen
Voortbouwend op de sterktes van het gebied zal de kwaliteit verder verbeterd worden. We willen de monumentale en oude bomen behouden, naaldbos omzetten naar loofbos, het aandeel van dood hout in het bos verhogen en goed uitgekozen boszomen en bosranden ontwikkelen... Daarnaast zal heide op meerdere plaatsen worden hersteld als open plekken in het bos of in combinatie met grasland. Ten slotte zullen meer zeldzame waterplanten een kans krijgen in de vijvers.
Zoniënwoud
details ...
Habitat - Zoniënwoud
-
Voedselrijke, gebufferde wateren met rijke waterplantvegetatie (3150)
habitattype_naamVoedselrijke, gebufferde wateren met rijke waterplantvegetatie (3150)Zoniënwoud3150 - Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharitionhabitat -
Droge heide (4030)
habitattype_naamDroge heide (4030)Zoniënwoud4030 - Droge Europese heidehabitat -
Droge kalkgraslanden en struweel op kalkbodem (6210)
habitattype_naamDroge kalkgraslanden en struweel op kalkbodem (6210)Zoniënwoud6210 - Droge halfnatuurlijke graslanden en struikvormende facies op kalkhoudende substraten (Festuco-Brometalia)habitat -
Heischrale graslanden en soortenrijke graslanden van zure bodems (6230)
habitattype_naamHeischrale graslanden en soortenrijke graslanden van zure bodems (6230)Zoniënwoud6230 - Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa), Hn en Ha en 6510 glanshaverhooilandhabitat -
Voedselrijke, soortenrijke ruigtes langs waterlopen en boszomen (6430)
habitattype_naamVoedselrijke, soortenrijke ruigtes langs waterlopen en boszomen (6430)Zoniënwoud6430 - Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones, subtype 6430_hf - moerasspireaverbond (moerasspirearuigten)habitat -
Voedselrijke, soortenrijke ruigtes langs waterlopen en boszomen (6430)
habitattype_naamVoedselrijke, soortenrijke ruigtes langs waterlopen en boszomen (6430)Zoniënwoud6430 - Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones, subtype boszoomhabitat -
Glanshaver- en Grote vossenstaartgraslanden (6510)
habitattype_naamGlanshaver- en Grote vossenstaartgraslanden (6510)Zoniënwoud6510 - Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis), Hn en Ha en 6510 glanshaverhooilandhabitat -
Eiken-Beukenbossen op zure bodems (9120)
habitattype_naamEiken-Beukenbossen op zure bodems (9120)Zoniënwoud9120 - Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion)habitat -
Eiken-Beukenbossen met Wilde hyacint en Parelgras-Beukenbossen (9130)
habitattype_naamEiken-Beukenbossen met Wilde hyacint en Parelgras-Beukenbossen (9130)Zoniënwoud9130 - Beukenbossen van het type Asperulo-Fagetumhabitat -
Essen-Eikenbossen zonder Wilde hyacint (9160)
habitattype_naamEssen-Eikenbossen zonder Wilde hyacint (9160)Zoniënwoud9160 - Sub-Atlantische en midden-Europese wintereikenbossen of eiken-haagbeukbossen behorend tot het Carpinion-betuli en plaatselijke kalkrijke zomen (habitat 6210)habitat -
Valleibossen, Elzenbroekbossen en zachthoutooibossen (91E0)
habitattype_naamValleibossen, Elzenbroekbossen en zachthoutooibossen (91E0)Zoniënwoud91E0 - Alluviale bossen met Alnion glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae), subtype 91E0_veb - Vogelkers-essenboshabitat -
Heischrale graslanden en soortenrijke graslanden van zure bodems (6230)
habitattype_naamHeischrale graslanden en soortenrijke graslanden van zure bodems (6230)ZoniënwoudMix van heischraal grasland (6230), droge heide (4030) en eiken-berkenbos (9120)habitat
Soorten - Zoniënwoud
-
Bittervoorn
ZoniënwoudBittervoornsoort -
Gewone dwergvleermuis, Gewone/Grijze grootoorvleermuis, Bosvleermuis, Franjestaart, Vale vleermuis, Ingekorven vleermuis, Watervleermuis, Brandts vleermuis/Gewone baardvleermuis, Bechsteins vleermuis, Laatvlieger, Mopsvleermuis
ZoniënwoudGewone dwergvleermuis, Gewone/Grijze grootoorvleermuis, Bosvleermuis, Franjestaart, Vale vleermuis, Ingekorven vleermuis, Watervleermuis, Brandts vleermuis/Gewone baardvleermuis, Bechsteins vleermuis, Laatvlieger, Mopsvleermuissoort -
Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Rosse vleermuis, Franjestaart, Ingekorven vleermuis, Laatvlieger
ZoniënwoudGewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Rosse vleermuis, Franjestaart, Ingekorven vleermuis, Laatvliegersoort -
Kamsalamander
ZoniënwoudKamsalamandersoort -
Ruige/Gewone/Kleine dwergvleermuis, Rosse vleermuis, Bosvleermuis, Franjestaart, Watervleermuis
ZoniënwoudRuige/Gewone/Kleine dwergvleermuis, Rosse vleermuis, Bosvleermuis, Franjestaart, Watervleermuissoort -
Vleermuizen
ZoniënwoudVleermuizensoort -
Vliegend hert
ZoniënwoudVliegend hertsoort -
Vroedmeesterpad
ZoniënwoudVroedmeesterpadsoort
Planten en dieren
Het unieke van dit leefgebied zorgt ervoor dat er tal van waardevolle planten en dieren voorkomen. Zo wordt het Zoniënwoud op West-Europees niveau beschouwd als een topsite voor ongewervelden (kevers, spinnen…) die afhankelijk zijn van dood hout en gebonden zijn aan oud bos. Het vliegend hert leeft er aan de bosranden. Spechten verkiezen dan weer de holtes en beschutting van de oude bomen en de ijsvogel vist er aan de vijvers. Vele bijzondere vleermuizen profiteren van de combinatie van deze leefgebieden.
Zoogdieren
Vissen en rondbekken
Amfibieën en reptielen
Weekdieren en geleedpotigen
Habitattypes
Projecten
-
Tom De Bie
Inrichtingswerken Koningsvijvers Groenendaal(c) Tom De Bie - LIFE Belini