Invasieve exoten werden in het verleden vaak aangeplant om stuivende duinen – meestal aanpalend aan wegen – te fixeren, maar zijn ook afkomstig uit tuinen. Het gaat om een ganse resem soorten, maar de meest gekende zijn Japanse rimpelroos, Amerikaanse vogelkers, Mahonia, Grauwe en Witte abeel. Dit zijn zeer hardnekkige soorten die snel woekeren via vegetatieve vermenigvuldiging. Invasieve exoten vormen een ernstige bedreiging voor de habitattypes 2120, 2130, 2160 en 2180 o.m. omdat ze potentiële groeiplaatsen van deze habitattypes in beslag nemen.
Teneinde de kwaliteit van voornoemde habitattypes te verbeteren is het verwijderen van deze invasieve exoten noodzakelijk. Plaatselijk komen grotere oppervlakten gedomineerd door invasieve exoten voor (bijv. Rimpelroos in 9 – Jonge duinen van Bredene – De Haan). Omvorming van deze vegetaties zal leiden tot toename van de habitattypes van bijlage I.