1304
Voor de realisatie van de doelen voor moeras- en natte graslandcomplexen is bijkomend ca. 123 ha habitat noodzakelijk in de SBZ ‘Bossen van het zuidoosten van de zandleemstreek’.
Het combineren van de eerder genoemde inspanningen (kwaliteitsverbetering van de aanwezige habitattypes) met uitbreiding moet uiteindelijk resulteren in volgende globale doelstellingen:
- de realisatie van 5 kernen van aangesloten moeras- en graslandcomplexen van ongeveer 30 ha in de deelgebieden 4 Drooghout met Kerkesbeek – Molenbeekvallei (habitattypes 6430-6510; kern van ca. 15 ha), 12 Molenbeek – Dorenbeekvallei bij Honegem, Zolegem, Sint-Appolinia (kern met richtwaarde van 33 ha aan 6510_hu, en uitbreidingen in 6410 ), 14 Bos van Aa, Kollintenbos, ’s Gravenbos, Driesbos (meerdere plassen met 3150 en kernen van 6430 en 6510), 19 Dorent-Nelebroek (ontwikkeling van grote oppervlaktes glanshavergraslanden 6510_hu en grote pimpernelgraslanden 6510_hus) en 21 Pikhakendonk, Hollaken (grote oppervlaktes aan glanshavergraslanden 6510_hu en grote pimpernelgraslanden 6510_hus –bepaalt op 26 ha, alsook plassen met 3150 i.k.v. Sigma-plan.
- beperktere uitbreidingen in andere deelgebieden, waarbij enerzijds beoogd wordt de aanwezige grasland- en moerashabitats beter te bufferen en/of te verbinden en anderzijds overgangen naar bosranden en –zomen verder worden ontwikkeld. Hiervoor wordt een toename met richtwaarde 1 ha ha voorzien.