Voor de realisatie van een goede staat van instandhouding van graslandhabitats in Haspengouw (voornamelijk alle varianten van glanshavergrasland 6510 ls) is er een extra oppervlakte van 61ha tot doel gesteld. Deze moeten versterkt en gebufferd worden door een inbedding tussen regionaal belangrijke biotopen (bloemrijke graslandtypes en 5 % doornig struweel) ter grootte van 62-72 ha (waarvan 53,5-63 ha uitbreiding, 4,5-5 ha omvorming). ha. In geval van intensief landbouwgebruik bovenop (schrale) hellinggraslandhabitats moeten voldoende bufferende maatregelen genomen worden (o.a. in deelgebieden 1, 7, 9, 17, 18 en 23).
Op het behoud van een deel oude hoogstamboomgaarden na, moet het aandeel hoogstamaanplant afgebouwd worden op plekken met graslandhabitatdoelen. Wijnbouw is niet compatibel met deze ecologische doelen.
Voldoende grote oppervlakten van deze graslandcomplexen met goed ontwikkelde landschapselementen en bosranden, aangevuld met 49-61ha extra leefgebied (regionaal belangrijke graslandbiotopen en struweel) vormen het leefgebied van 10-11 broedparen grauwe klauwier .
De oppervlaktetoenames moeten uiteindelijk leiden tot volgende globale doelen:
- Grotere complexen van graslandhabitats(> 15 ha) zijn gelegen in deelgebieden: 1 Herkwinning, 8 Bollenberg-Nerem, 17 Overbroek-Egoven, 18 Nietelbroeken-Merlemont.
- Kleinere graslandkernen (ca. 10 ha) zijn gelegen in deelgebieden: 3 Steenbroek, 5 Meertsheuvel, 7 Vilsterbron, 9 St Annabeek, 10 Mettekoven, 22 Mergelkuilen Vechmaal en 23 Keiberg.