Ontwikkelen van een mozaïeklandschap in de beekvallei

0203

Voor de afwisseling van open en gesloten landschap en tevens voor de goede staat van instandhouding van een aantal Europees te beschermen habitats en soorten, zal het nodig zijn om voldoende structuurvariatie te voorzien binnen het prioritair habitattype van de ELzenbroekbossen. Op een aantal zones is uitbreiding van actief beheer nodig om voldoende open plekken te realiseren voor ontwikkeling van beekvegetaties en de oppervlakte goed ontwikkelde natte ruigten en hooilanden uit te breiden.

Deze mozaïek is nodig voor de goede staat van instandhouding van een aantal Europees te beschermen habitats en soorten te kunnen realiseren. Regionaal belangrijke biotopen vervullen in die mozaïek een bufferende functie. Daarenboven vormt dit mozaïeklandschap voor een aantal vleermuizensoorten een leefgebied met structuurrijke bossen die dienen als nest- of overwinteringsplaats en insectenrijke leefgebieden die nodig zijn voor hun foerageergebieden.

In dit mozaieklandschap is er ook een uitbreiding van overgangs- en trilveen voorzien tot een totaal van 12 ha ingebed in een complex van ca. 40 ha open moeraslandschap.

Het habitatrichtlijngebied is volgens de G-IHD belangrijk voor dit habitattype van overgangs- en trilveen. Er zijn potenties tot uitbreiding (lees gedeeltelijk herstel) van dit habitattype. Uitbreiding van de oppervlakte is noodzakelijk voor het bereiken van een minimale oppervlakte nodig voor een goede staat van instandhouding. Een essentiële voorwaarde is het herstel van een voor dit habitattype gunstige waterhuishouding (=natuurlijke waterhuishouding met voldoende voedselarme waterlichamen). De realisatie van 12 ha laagveen is pas haalbaar wanneer dit is ingebed in een complex van ca. 40 ha open moerasgebied.