Aanpakken van verdroging

0703

Algemeen dienen in de SBZ inspanningen geleverd te worden om verdroging tegen te gaan. Er komen kwelzones voor met gebufferd, voedselarm grondwater waar specifieke habitattypes aan verbonden zijn (o.a. 3130, 4010, 6410, 7140, 7220, 91E0). De drainagekanalen op de taluds van het Albertkanaal bijvoorbeeld zorgen voor een snelle afvoer van het kwelwater. Dit bedreigt onder andere vochtige heischrale graslanden en waardevolle veldrusvegetaties. Door het opheffen van drainage op de kanaalbermen kunnen kwelzones uitbreiden en ontstaan er potenties voor kalktuf, kalkmoerassen en blauwgraslandvegetaties (cfr. de vaarttaluds van het kanaal Kortrijk-Bossuit te Moen). Verdroging van de waardevolle beekdalen door verhardingen stroomopwaarts vormt tenslotte een belangrijk aandachtspunt voor het herstel van beekprik en beekdalmozaïeken in deze SBZ.

Verder onderzoek is noodzakelijk naar de technische mogelijkheden en concrete afstemming van het peilbeheer, rekening houdend met andere aanwezige functies (waaronder landbouw) binnen en buiten de SBZ. Te onderzoeken maatregelen, welke kaderen in een algemener integraal waterbeheer, zijn onder meer aanpassing van drainage, hydrologische isolatie, inschakeling van overstromingsgebieden en verhoging van de bergingscapaciteit, en vertraagde oppervlaktewaterafvoer.