Zoekzone

Een zone die per Europees te beschermen soort en per Europees te beschermen habitat de perimeter aangeeft die gevrijwaard wordt met het oog op het optimaal plaatsen van de instandhoudingsdoelstellingen voor de betrokken speciale beschermingszone. De afbakening van de zoekzones gebeurt aan de hand van de actuele en natuurlijke potentiekaarten. De omvang van de zoekzone wordt bepaald door de oppervlakte die nodig is voor het realiseren van het openstaand saldo van de taakstelling voor de betrokken Europees te beschermen habitat of Europees te beschermen soort.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2014 (nog te publiceren in het staatsblad) tot regeling van het Vlaams Natura 2000-programma, de managementplannen Natura 2000, de zoekzones en de actiegebieden voor de specifieke instandhoudingsdoelstellingen voor Europees te beschermen soorten en habitats, zegt het volgende over de zoekzones:

    Art. 6, 5°: [een managementplan Natura 2000 omvat] een richtkaart die de volgende elementen bevat :
a) de ligging van de actuele Europees te beschermen habitats, van vegetaties die relevant zijn als leefgebied voor Europees te beschermen soorten en de aanwezigheid van soorten die typisch zijn voor een Europees te beschermen habitat;
b) de ruimtelijke verdeling van de instandhoudingsdoelstellingen en de prioriteiten;
c) welke oppervlaktes beheerd worden met het oog op de instandhoudingsdoelstellingen;
d) de ligging van de zoekzones en actiegebieden, afgebakend conform respectievelijk artikel 9 en 10. 
 
    Art. 9, §2: de omvang van de zoekzones wordt bepaald door de oppervlakte die nodig is om het openstaand saldo van de taakstelling te realiseren voor de Europees te beschermen habitat of Europees te beschermen soort in kwestie. Dit openstaand saldo is het verschil tussen de oppervlakte aan Europees te beschermen habitat of leefgebied van Europees te beschermen soorten die nodig is om de gunstige staat van instandhouding te bereiken binnen de betrokken zone en de oppervlakte waarvoor het passende beheer is vastgesteld in goedgekeurde natuurbeheerplannen, als vermeld in artikel 16sexies van het decreet van 21 oktober 1997, of daarmee vergelijkbare plannen.

Voor de realisatie van het openstaande saldo, vermeld in het eerste lid, wordt per groep verwante Europees te beschermen habitats en leefgebieden van Europees te beschermen soorten een zoekzone gevrijwaard die minimaal een factor 1,5 tot maximaal een factor 3 groter is dan de gezochte oppervlakte. De factoren die worden toepast zijn:

  • 1° factor 1,5: voor een openstaand saldo van ten minste honderd hectare;
  • 2° factor 2: voor een openstaand saldo tussen vijf en honderd hectare;
  • 3° factor 3: voor een openstaand saldo van maximaal vijf hectare

    §3. De zoekzones worden afgebakend op basis van actuele en potentiële natuurwaarden die relevant zijn voor de realisatie van de taakstelling, vermeld in artikel 6, eerste lid, 1°, van dit besluit. Binnen de delen van de zoekzone met de laagste actuele of potentiële natuurwaarden, kan de afbakening worden aangepast op basis van socio-economische belangen.

Als daarover een consensus bestaat in de gewestelijke overleginstantie, vermeld in artikel 50quinquies van het decreet van 21 oktober 1997, kunnen de contouren van de afgebakende zoekzone gewijzigd worden op voorwaarde dat de minimaal te vrijwaren oppervlakte, vermeld in paragraaf 1, wordt gerespecteerd.

In de periode van het Managementplan Natura 2000 versie 1.0, dus zolang er geen doelen vastgelegd zijn onder contract of natuurbeheerplan, is:

  • voor habitat i is de zoekzone ZZV,i = factor * (Ai + Ui) voor elk deelgebied
  • in deelgebieden waar nu een habitattype aanwezig is zonder dat er uitbreiding/omvorming is voorzien, is de zoekzone ZZV,i = en factor * Ai, gesteld dat er uiteraard potentie aanwezig is
  • waarbij:
    - Ai gelijk is aan de oppervlakte van habitat i volgens de Habitatkaart zoals die in het kalibratiemodel gebruikt werd;
    - Ui gelijk is aan het verschil tussen de oppervlakte van habitat i in enerzijds de Habitatkaart en anderzijds de eindkaart van het kalibratiemodel waarin alle doelen toegekend werden aan de SBZ;
    - Steeds opgesplitst wordt per deelgebied. 

De zoekzones nemen af in grootte naarmate er doelstellingen vastgelegd worden in beheerplannen en verankerd worden in de daaropvolgende Managementplannen. De verkleining houdt maximaal rekening met socio-economische impacten, met inachtneming van landschapsecologische basisregels (bv. één groot beter dan twee kleine). Een instandhoudingsdoel is pas “geplaatst”, wanneer inrichting en beheer van het betrokken perceel afgesproken zijn in een geïntegreerd beheerplan, een contractuele afspraak tussen de Vlaamse overheid en de beheerder/eigenaar. Zolang een deel van de taakstelling niet is opgenomen, wordt in het betreffende gebied een zoekzone gevrijwaard.