Herstel van de natuurlijke beekstructuur en de connectiviteit

2203

Oeverherstel, hermeandering en het aantakken van oude meanders en zijarmen (bv. de Molenlaak) verbeteren de beekstructuur en vergroten het leefgebied voor beekprik, kleine modderkruiper en rivierdonderpad. Ook een betere uitwisseling tussen de zomer- en de winterbedding van de waterlopen vergroot de beschikbare habitatoppervlakte voor deze vissoorten. De hermeandering van de Grote Nete tussen Meerhout en de samenvloeiing met de Molse Nete door VMM en de herinrichting van de Grote Netevallei afwaarts het Albertkanaal door W&Z (zie inspanning 1) komen dus ook de visfauna ten goede.

Vismigratieknelpunten vormen een obstakel voor de verdere kolonisatie van de Grote Nete en haar bovenlopen door kleine modderkruiper en rivierdonderpad. Bovendien belemmeren ze de uitbreiding van het areaal van beekprik. De aanwezige vismigratieknelpunten in het gebied dienen dus weggewerkt te worden door de verschillende waterbeheerders, te beginnen met de meest prioritaire [*] . Op de Grote Nete zijn dit onder meer de stuwen ter hoogte van het Malesbroek en het Belsbroek en de Straalmolen en de Hoolstmolen.

Sommige vijvers en plassen in het Malesbroek en het Selguis zullen aangetakt worden met de Grote Nete of de Molse Nete zodat bittervoorn de mogelijkheid krijgt om nieuwe vijvers en plassen te koloniseren.Waterlooptrajecten waar tot doel gestelde vissoorten voorkomen, worden niet of slechts bij dringende noodzaak geruimd.

[*] Op de website www.vismigratie.be kunnen per waterloop de aanwezige vismigratieknelpunten en hun saneringsprioriteit opgevraagd worden uit de databank en getoond worden op kaart.