4030 - Droge Europese heide
De actuele oppervlakte 4030 bedraagt 59 ha + 17 ha (ingericht via LIFE en NI) = 76 ha.Om te komen tot een aantal kernen met een voldoende tot goede SVI wordt een toename met 172 ha beoogd, waarvan 1 ha in deelgebied 3, 36 ha in deelgebied 5 en 135 ha in deelgebied 1. Een kwaliteitsvolle toename kan gerealiseerd worden in de deelgebieden 1, 3 en 5 door omvormingsbeheer van naaldhoutaanplanten en herstelbeheer vanuit landbouw. Ontwikkeling van droge heide kan in bovenstaande gebieden in een matrix met 2310, 2330 en 6230_hn. Hierbij dient gestreefd naar het verzekeren van voldoende interne samenhang tussen de verschillende droge heidegebieden. Er wordt gestreefd naar minimaal 3 droge heidekernen met een grote interne samenhang. Daarbuiten wordt gestreefd naar habitatvlekken met een minimale oppervlakte om tot een voldoende SVI te kunnen komen.
In alle deelgebieden dienen droge heidehabitats minstens kwalitatief versterkt. Globaal wordt een voldoende tot goede lokale SVI nagestreefd door:
- tegengaan vegetatiesuccessie
- tegengaan vergrassing
- tegengaan verzuring en eutrofiëring
- recreatieve zonering
- aanwezigheid verschillende ouderdomsstadia
- behoud van pioniervegetaties onder de vorm van variabele plagplekken
Daarnaast dient in deelgebieden 10 en 16 een gericht beheer ingesteld in functie van 4030 en habitattypische soorten van droge heide.