Mechelse Heide

Algemene info

Natura 2000 gebied
BE2200035 - Mechelse Heide en de vallei van de Ziepbeek
Habitatrichtlijn gebieden Vogelrichtlijn gebieden Habitat- en vogelrichtlijn gebieden
Oppervlakte
3741.00ha
Algemene Beschrijving
Het landschap van het Nationaal Park Hoge Kempen wordt gedomineerd door uitgestrekte heidevelden, omgeven door dichte dennenbossen. De ontginningsplassen zijn als spiegels in de heide. In de verborgen inhammen van de steilrand ontspringen kleine beekjes geflankeerd door prachtige natte heiden.
Identificatie

Dit 5700 ha grote Nationaal Park strekt zich van Dilsen-Stokkem tot Lanaken uit, parallel aan de Maasvallei. 3741 ha van dit gebied is afgebakend als een Europese speciale beschermingszone. Dit gebied bestaat eigenlijk uit een verzameling natuur- en bosreservaten en domeinbossen, zoals: Platte Ledeberg, Lanklaerderbos-Saenhoeve, Mechelse Heide, Kikbeekbron, Ziepbeekvallei, Neerharerheide en Pietersheimbos. Door variatie aan bossen, droge en natte heiden, venen, vennen en andere waterpartijen is de dieren- en plantenrijkdom er heel hoog. Het is een echte hotspot voor biodiversiteit.

Landelijke Beschrijving
Het Nationaal Park Hoge Kempen ligt op het Kempens Plateau. Dit geologisch bijzonder fenomeen is de puinkegel van de prehistorische Maas. De opvallende steilrand is de overgang tussen plateau en Maasvallei. Het plateau was ooit volledig bebost. Tijdens de middeleeuwen is door ontbossing enkel een arme heide overgebleven. De afgelopen eeuw leefde de regio op door het ‘zwarte goud’ uit de diepe ondergrond. Het mijnerfgoed is daarvan een stille getuige. De ondergrond zit er ook vol maasgrind, dat de laatste decennia gretig is ontgonnen. Dit ruraal-industrieel landschap is nu kandidaat werelderfgoed.
Actief in Gebied

Deze arme heidegronden waren vroeger gemene gronden. Het gebied is nog steeds grotendeels openbaar eigendom. Het Agentschap voor Natuur en Bos is de grootste beheerder. Bepaalde delen zijn uiteraard privé-eigendom. De ontginningssector is een belangrijke grondgebruiker. Daarnaast zijn er nog de beheerders van wegen- en spoorinfrastructuur, die een steentje kunnen bijdragen aan meer en betere natuur. Door uitgestrekte natuurpracht, de fenomenale vergezichten en de zeer goed uitgebouwd recreatieve en toeristische infrastructuur is dit gebied een toeristisch topgebied.

Gemeenten

Genk (3600), As (3665), Dilsen Stockem (3650), Maasmechelen (3630), Lanaken (3620), Zutendaal (3690)

Inspanningen

De oppervlakte open heide gebied wordt uitgebreid. Het beheer wordt afgestemd op de doelsoorten. De waterhuishouding in de natte heiden en vennen wordt opgevolgd in peilbuizen. Het water wordt via greppeltjes zo lang mogelijk op de heide gehouden. Ook worden de dennenbossen systematisch omgevormd tot gemengde loofhoutbossen. De overgang tussen heide en bos is breed en geleidelijk, en bestaat uit brede bosranden, ijlere bosbestanden of grote open plekken met heide in de ondergroei of heischrale grasland. Dergelijke overgangszones zijn rijk aan dieren en planten, en zorgen voor de migreerbaarheid van de bossen.

Specifieke natuurdoelen

Broedgevallen van grauwe kiekendief en klapekster: daar gaan we voor. Daarvoor wordt er meer openheid op de heide gecreëerd met de noodzakelijke, subtiele variatie. Variatie levert immers veel insecten, kleine zoogdieren en zangvogeltjes, wat dergelijke predatoren aantrekt. Nachtzwaluw, gladde slang en zadelsprinkhaan zijn belangrijke doelsoorten. Een goede waterhuishouding is essentieel voor een gevarieerde natte heide en de vennen. De omringende bossen worden systematisch omgevormd naar gemengde loofhoutbossen met veel open plekken en brede bosranden: de ideale plek voor de nachtzwaluw, heivlinder en bruine eikenpage.

Deze tabel bevat de doelen voor het “Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau” en geven een invulling en verfijning aan de visie van het goedgekeurd natuurrichtplan voor de Hoge Kempen. Meer bepaald voor de delen die gelegen zijn binnen het habitatrichtlijngebied BE2200035 en het vogelrichtlijngebied BE2200727 en die momenteel nog niet zijn gerealiseerd.

We kunnen er twee type natuurclusters onderscheiden: natuurcluster van het heidecomplex en natuurcluster van de grote boshabitatkernen.

  • Natuurcluster van heidecomplex
    Actueel komt meer dan 960 ha droge heide, vochtige en venige heide voor, met plaatselijk aansluitend goed ontwikkelde heischrale graslanden. Naast kwaliteitsverbetering is toename voorzien om de deelgebieden aan elkaar te laten sluiten tot een groot functioneel verbonden heidecomplex, voor duurzame populaties van nachtzwaluw, boomleeuwerik, gladde slang, heikikker, rugstreeppad en habitattypische soorten zoals zadelsprinkhaan, heideblauwtje, heivlinder, kommavlinder, klapekster en vele anderen.
    In functie van de vorming van een meta-populatie heikikker, rugstreeppad, gladde slang, gevlekte witsnuitlibel en habitattypische soorten zoals zadelsprinkhaan, heivlinder, heideblauwtje, kommavlinder… is migratie naar andere heidekernen essentieel; binnen dit ecologisch netwerk zijn het kolenspoor en de omgeving van het vennencomplex van Dilsen belangrijke heidestapstenen tussen de corridors die lopen vanuit de Mechelse heide in de richting van het Bergerven met als doel ontwikkeling van droge en vochtige heide, landduin- en waterhabitats.
    In het zuiden van de SBZ liggen enkele landschappelijk intacte brongebieden met complexen van vochtige en venige heide, nat heischraal grasland, oligotrofe broekbossen en waterrijke habitats waarin de belangrijkste Vlaamse populatie van gevlekte witsnuitlibel zijn leefgebied vindt naast andere habitatrichtlijnsoorten als heikikker, gladde slang, drijvende waterweegbree. De gevlekte witsnuitlibel is niet de enige libellensoort van belang. Het gebied kent de meest complete libellenfauna gebonden aan laagveencomplexen en contactzones tussen voedselarm en licht gebufferd water in Vlaanderen met soorten als hoogveen- en gevlekte glanslibel, maanwaterjuffer, speerwaterjuffer, variabele waterjuffer, noordse- en venwitsnuitlibel, glassnijder, vroege glazenmaker etc. Venherstel en maximaal herstellen van kwelstromen is een belangrijke opgave om de kwaliteit verder te verbeteren.
  • Natuurcluster van de grote boshabitatkernen
    De ontwikkeling van een aantal grote boskernen, die een leefbare populatie bevatten van de grotere oppervlaktebehoevende faunasoorten, is een belangrijk streefdoel om een goede staat van instandhouding te bereiken binnen deze SBZ voor de boshabitats. Typerend voor dit landschap is, gezien de abiotische omstandigheden, het zuurminnende eikenberkenbos en plaatselijk de zuurminnende eiken-beukenbossen. Slechts enkele goed ontwikkelde voorbeelden zijn terug te vinden in de SBZ met een belangrijke aaneengesloten oppervlakte zuurminnend eiken-beukenbos ter hoogte van OPZ en bosjes van groepen wintereiken ter hoogte van kinderdorp. Grote aaneengesloten boskernen omsluiten het open heidelandschap. Deze bossen zijn niet alleen van belang voor zwarte specht en wespendief, maar in een ijle matrix rond de heide en landduinen ook voor nachtzwaluw en boomleeuwerik. De omvorming van bestaande niet habitatwaardige bossen is voorzien. Verder is de SBZ een belangrijke plek om in oude loofhoutrelicten, zowel in de bos- als in de heidesfeer te werken rond het leefgebied van vliegend hert.

Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau

details ...

Deze tabel bevat de doelen voor het “Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau” en geven een invulling en verfijning aan de visie van het goedgekeurd natuurrichtplan voor de Hoge Kempen. Meer bepaald voor de delen die gelegen zijn binnen het habitatrichtlijngebied BE2200035 en het vogelrichtlijngebied BE2200727 en die momenteel nog niet zijn gerealiseerd.

We kunnen er twee type natuurclusters onderscheiden: natuurcluster van het heidecomplex en natuurcluster van de grote boshabitatkernen.

  • Natuurcluster van heidecomplex
    Actueel komt meer dan 960 ha droge heide, vochtige en venige heide voor, met plaatselijk aansluitend goed ontwikkelde heischrale graslanden. Naast kwaliteitsverbetering is toename voorzien om de deelgebieden aan elkaar te laten sluiten tot een groot functioneel verbonden heidecomplex, voor duurzame populaties van nachtzwaluw, boomleeuwerik, gladde slang, heikikker, rugstreeppad en habitattypische soorten zoals zadelsprinkhaan, heideblauwtje, heivlinder, kommavlinder, klapekster en vele anderen.
    In functie van de vorming van een meta-populatie heikikker, rugstreeppad, gladde slang, gevlekte witsnuitlibel en habitattypische soorten zoals zadelsprinkhaan, heivlinder, heideblauwtje, kommavlinder… is migratie naar andere heidekernen essentieel; binnen dit ecologisch netwerk zijn het kolenspoor en de omgeving van het vennencomplex van Dilsen belangrijke heidestapstenen tussen de corridors die lopen vanuit de Mechelse heide in de richting van het Bergerven met als doel ontwikkeling van droge en vochtige heide, landduin- en waterhabitats.
    In het zuiden van de SBZ liggen enkele landschappelijk intacte brongebieden met complexen van vochtige en venige heide, nat heischraal grasland, oligotrofe broekbossen en waterrijke habitats waarin de belangrijkste Vlaamse populatie van gevlekte witsnuitlibel zijn leefgebied vindt naast andere habitatrichtlijnsoorten als heikikker, gladde slang, drijvende waterweegbree. De gevlekte witsnuitlibel is niet de enige libellensoort van belang. Het gebied kent de meest complete libellenfauna gebonden aan laagveencomplexen en contactzones tussen voedselarm en licht gebufferd water in Vlaanderen met soorten als hoogveen- en gevlekte glanslibel, maanwaterjuffer, speerwaterjuffer, variabele waterjuffer, noordse- en venwitsnuitlibel, glassnijder, vroege glazenmaker etc. Venherstel en maximaal herstellen van kwelstromen is een belangrijke opgave om de kwaliteit verder te verbeteren.
  • Natuurcluster van de grote boshabitatkernen
    De ontwikkeling van een aantal grote boskernen, die een leefbare populatie bevatten van de grotere oppervlaktebehoevende faunasoorten, is een belangrijk streefdoel om een goede staat van instandhouding te bereiken binnen deze SBZ voor de boshabitats. Typerend voor dit landschap is, gezien de abiotische omstandigheden, het zuurminnende eikenberkenbos en plaatselijk de zuurminnende eiken-beukenbossen. Slechts enkele goed ontwikkelde voorbeelden zijn terug te vinden in de SBZ met een belangrijke aaneengesloten oppervlakte zuurminnend eiken-beukenbos ter hoogte van OPZ en bosjes van groepen wintereiken ter hoogte van kinderdorp. Grote aaneengesloten boskernen omsluiten het open heidelandschap. Deze bossen zijn niet alleen van belang voor zwarte specht en wespendief, maar in een ijle matrix rond de heide en landduinen ook voor nachtzwaluw en boomleeuwerik. De omvorming van bestaande niet habitatwaardige bossen is voorzien. Verder is de SBZ een belangrijke plek om in oude loofhoutrelicten, zowel in de bos- als in de heidesfeer te werken rond het leefgebied van vliegend hert.
Habitat - Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
  • Droge heide en open grasland op jonge zandafzettingen (2310_2330)
    habitattype_naam
    Droge heide en open grasland op jonge zandafzettingen (2310_2330)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    2310_2330 - Psammofiele heide met Calluna- en Genistasoorten en Open grasland met Corynephorus- en Agrostissoorten op landduinen, subtype 2330_bu - buntgrasverbond en 2330_dw - dwerghaververbond
    Oppervlaktedoelstelling
    +

    Actueel: 16 ha
    Behoud actuele oppervlakte + 34 ha door omvorming: vanuit bos (14 ha) en braak (6.2 ha met reeds elementen van 2330_dw) ter hoogte van Isaekshoef en 14 ha op de landduinenrug in Dilserbos
    Einddoel: 50 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Goed ontwikkelde landduinen met:
    aanwezigheid van de verschillende successiestadia op landduinen, waarbij steeds minimaal 40% van het habitattype 2330 voorkomt
    beperkte boomopslag (voorzien van niet verstoorde zones tijdens broedseizoen voor nachtzwaluw en boomleeuwerik
    ingebed in open of halfopen landschap voor een maximale windwerking

    habitat
  • Voedselarme zwak gebufferde vennen die niet vaak droogvallen (3110)
    habitattype_naam
    Voedselarme zwak gebufferde vennen die niet vaak droogvallen (3110)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    3110 - Mineraalarme oligotrofe wateren van de Atlantische zandvlakten (Littorelletalia uniflora)
    Oppervlaktedoelstelling
    =

    Het habitat is actueel verdwenen in het Heuvelsven.
    Kwaliteitsverbetering moet leiden tot een herstel op deze locatie.
    Einddoel: 1 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Bodem van de vijvers is zandig en grotendeels vrij van slib en organisch sediment. Helder oligotroof tot mesotroof water met voldoende lage hoeveelheden totaal fosfor stikstof en een zure tot circumneutrale pH Waterlobelia (of kleine biesvaren) is frequent aanwezig.
    Om windwerking toe te laten en bladval in het ven te voorkomen is de omgeving van het ven boomvrij.

    habitat
  • Voedselarme tot matig voedselarme wateren met droogvallende oevers (3130)
    habitattype_naam
    Voedselarme tot matig voedselarme wateren met droogvallende oevers (3130)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    3130 - Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot de Littorelletalia uniflora en/of de Isoëtes-Nanojunctea, subtype 3130_aom oeverkruidgemeenschappen (Littorelletea)
    Oppervlaktedoelstelling
    +

    Actueel: 14 ha
    Behoud actuele oppervlakte + 3 ha door omvorming ter hoogte van het Koninklijk domein, de Vosseweyer en het Asbroek.
    Einddoel: 17 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Goed ontwikkeld oligotroof tot mesotroof ven met:
    grotendeels vrij van slib en sediment
    Helder, zeer zwak tot matig gebufferd en min of meer nutriëntenarm water met een lage stikstof- en fosforconcentratie en een matig zure tot circumneutrale pH natuurlijke hydrologie met aanvoer van lokaal grondwater
    voldoende open vijverlandschap, waar windwerking mogelijk is
    indien er aanvoer is van oppervlaktewater dient dit te voldoen aan de milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater
    buffering tegen externe invloeden
    visvrije wateren

    habitat
  • Zure bruingekleurde vennen (3160)
    habitattype_naam
    Zure bruingekleurde vennen (3160)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    3160 - Dystrofe natuurlijke poelen en meren
    Oppervlaktedoelstelling
    +

    Actueel: 5 ha
    Behoud actuele oppervlakte
    Einddoel: 5 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Goed ontwikkeld dystroof ven in open of halfopen heidelandschap met:
    geschikte waterhuishouding
    zuur tot zeer zwak gebufferd, oligotroof water met beperkingen qua totaalfosfor, conductiviteit en totaal stikstof helder, door humuszuren bruingekleurd water
    2-3 sleutelsoorten minstens frequent aanwezig
    Aandacht voor vergraste zones in functie van herpetologische fauna die aanwezig is (gladde slang, heikikker)

    habitat
  • Vochtige tot natte heide (4010)
    habitattype_naam
    Vochtige tot natte heide (4010)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    4010 - Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix
    Oppervlaktedoelstelling
    +

    Actueel: 100 ha
    Behoud actuele oppervlakte + 28 ha door omvorming: + 17 ha tussen de wetenschappelijke zone en groeve berg, +4 ha ten zuiden en westen van het slaaphuiscomplex en + 5 ha tussen en aansluitend op de actuele oppervlakten in het Asbroek en Neerharerheide.
    Einddoel: 128 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Goed ontwikkelde vochtige heide vegetaties:
    aanwezigheid van lokaal frequente veenmoslaag en meer dan 1 veenmossoort
    beperkte boomopslag (beperkte vergrassing met pijpenstrootje (natuurlijke hydrologie (GHG: 20 cm-mv en 0(5) cm +mv, GLG 60-70 cm –mv, amplitude oligotroof grondwater, met lage conductiviteit en voldoende lage waardes voor NO3-N en Po4-P buffering tegen externe invloeden

    habitat
  • Droge heide (4030)
    habitattype_naam
    Droge heide (4030)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    4030 - Droge Europese heide
    Oppervlaktedoelstelling
    +

    Actueel: 833.5 ha
    Behoud actuele oppervlakte + 60 ha door omvorming.
    Einddoel: 893.5 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Goed ontwikkelde droge heide vegetaties met:
    aanwezigheid van alle ouderdomstadia van struikhei
    beperkte boomopslag (beperkte vergrassing met pijpenstrootje, bochtige smele (hoge soortenrijkdom
    Er dient speciaal aandacht geschonken te worden aan het bremrijke subtype van droge heide dat typisch is voor de Hoge Kempen.

    habitat
  • Heischrale graslanden en soortenrijke graslanden van zure bodems (6230)
    habitattype_naam
    Heischrale graslanden en soortenrijke graslanden van zure bodems (6230)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    6230 - Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa), subtype 6230_hmo - Vochtige heischrale graslanden
    Oppervlaktedoelstelling
    +

    Actueel: 1 ha
    Behoud actuele oppervlakte + 1 ha door uitbreiding van telkens 0.5 ha rond de actuele oppervlakte op het Koninklijk domein en ter hoogte van het Asbroek
    Einddoel: 2 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Goed ontwikkeld vochtig heischraal grasland met:
    Beperkte strooisellaag, vervilting en verruigingsindicatoren
    Bedekking van sleutelsoorten > 30%
    Beperkte boomopslag (

    habitat
  • Heischrale graslanden en soortenrijke graslanden van zure bodems (6230)
    habitattype_naam
    Heischrale graslanden en soortenrijke graslanden van zure bodems (6230)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    6230 - Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa), subtype 6230_hn - Droge heischrale graslanden en 6230_ha soortenrijke struisgraslanden
    Oppervlaktedoelstelling
    +

    Actueel: 10 ha (5.6 ha 6230_ha en 4.4 ha 6230_hn)
    Behoud actuele oppervlakte met een belangrijke kwaliteitsverbetering + 4 ha 6230_hn in de wegberm langs de Jozef Smeetslaan en aansluitend boven de leiding en 2 ha 6230_ha door omvorming vanuit sparaanplant aansluitend op actuele oppervlakte.
    Einddoel: 16 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Goed ontwikkeld droog heischraal grasland met:
    Korte vegetatie ( 30% van de sleutelsoorten en Buffering tegen externe invloeden
    Herstel bodems tot gewenst trofieniveau
    Zonbeschenen en weinig tot geen strooisellaag

    habitat
  • Glanshaver- en Grote vossenstaartgraslanden (6510)
    habitattype_naam
    Glanshaver- en Grote vossenstaartgraslanden (6510)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    6510 - Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis)
    Oppervlaktedoelstelling
    +

    Actueel: 2 ha
    Behoud actuele oppervlakte + 3 ha door omvorming.
    Einddoel: 5 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Goed ontwikkelde graslanden die niet aangerijkt worden, niet behandeld worden met herbiciden, en gebufferd zijn tegen externe invloeden. Hoge grassen, middelhoge en lage grassen zijn gelijkmatig aanwezig met een frequentie en bedekking van sleutelsoorten >70% door te maaien. Met de maaidata wordt rekening gehouden met het al dan niet voorkomen van veldparelmoervlinder.

    habitat
  • Actief hoogveen (7110)
    habitattype_naam
    Actief hoogveen (7110)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    7110 - Actief hoogveen
    Oppervlaktedoelstelling
    +

    Actueel: 2 ha
    Behoud actueel voorkomen
    Einddoel: 2 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Voldoende staat van instandhouding met:
    Zeer constante waterstand, GVG onder tot bijna gelijk met maaiveld
    Veenmoslaag tussen 10-50% met minstens 2 bultveenmossen
    Verbossing van minder dan 5%
    Vergrassing van Oppervlakte veenlichaam > 0.1 ha
    Buffering tegen externe invloeden
    Intact veenlichaam

    habitat
  • Voedselarme tot matig voedselarme verlandingsvegetaties (7140)
    habitattype_naam
    Voedselarme tot matig voedselarme verlandingsvegetaties (7140)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    7140 - Overgangs- en trilveen, subtype 7140_oli - oligotroof en zuur overgangsveen met slijkzegge, veenbloembies in relatie met 7110 hoogveenvegetaties
    Oppervlaktedoelstelling
    +

    Actueel: 10 ha
    Behoud actuele oppervlakte in complex met habitattype 4010 + 3 ha door omvorming ter hoogte van het Asbroek
    Einddoel: 13 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Goed ontwikkeld overgangsveen met:
    aanwezigheid van hoogveenontwikkeling, met een veenmoslaag van > 50% en hoge bedekking van de sleutelsoorten
    beperkte boomopslag (beperkte vergrassing met pijpenstrootje (natuurlijke hydrologie met permanente grondwatertafel rond maaiveldniveau (GHG range 15 cm –mv / 0 cm +mv en GLG > 25 cm -mv, amplitude 25 cm)
    oligotroof grondwater, met lage conductiviteit en voldoende lage waardes voor NO3-N en Po4-P beperkte strooisellaag met een bedekking van

    habitat
  • Slenken en plagplekken op vochtige bodems in de heide (7150)
    habitattype_naam
    Slenken en plagplekken op vochtige bodems in de heide (7150)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    7150 - Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot het Rhynchosporion
    Oppervlaktedoelstelling
    =

    Actueel komt het habitat voor in complex met de habitattypes 4010 en 7140.
    Behoud actuele oppervlakte

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Goed ontwikkelde slenken in veengronden met:
    verwevenheid binnen het heidelandschap met pionierstadia
    frequente aanwezigheid van meer dan 3 pioniersoorten
    voldoende open plekken
    natuurlijke hydrologie (‘s winters boven maaiveld)

    habitat
  • Eiken-Beukenbossen en Eiken-Berkenbossen op zure bodems (9120_9190)
    habitattype_naam
    Eiken-Beukenbossen en Eiken-Berkenbossen op zure bodems (9120_9190)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    9120_9190 - Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion) en Oude zuurminnende eikenbossen met Quercus robur op zandvlakten
    Oppervlaktedoelstelling
    +

    Actueel: 121 ha (9190) en 29 ha (9120)
    Behoud actuele oppervlakte + 450 ha door omvorming.
    Einddoel: 600 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Goed ontwikkelde zuurminnende eikbossen met:
    behoud oude bij voorkeur inheemse bomen (voor zwarte specht, vleermuizen)
    voldoende structuurrijkdom
    streven naar ijle bossen met voldoende open plekken (voor nachtzwaluw, boomleeuwerik, wespendief, etc.) in aansluiting bij en rond de heidecomplexen
    creëren van mantel-zoomvegetaties met de overgangen naar het open heidelandschap

    habitat
  • Valleibossen, Elzenbroekbossen en zachthoutooibossen (91E0)
    habitattype_naam
    Valleibossen, Elzenbroekbossen en zachthoutooibossen (91E0)
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    91E0 - Alluviale bossen met Alnion glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae), subtype 91E0_meso - mesotrofe elzenbroekbossen, 91E0_oli oligotrofe elzenbroekbossen, 91E0_eutr Ruigte elzenbossen
    Oppervlaktedoelstelling
    +

    Actueel: 56 ha
    Behoud actuele oppervlakte + 4 ha door omvorming door herstel van de hydrologie in de omgeving van het Asbroek.
    Einddoel: 60 ha

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Ontwikkeling van complex van alluviaal bos in een mozaïeklandschap met veel open plekken met:
    een gevarieerde bosstructuur met voldoende dood hout en sleutelsoorten van het mesotrofe subtype.
    behoud en/of herstel van een voor dit habitattype gunstige waterhuishouding (kwantitatief en kwalitatief)
    ontwikkeling van structuurrijke bosranden
    buffering tegen externe invloeden

    habitat
Soorten - Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
  • Beekprik
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Beekprik
    Populatiedoelstelling

    Versterken populaties in de Ziepbeek en de Asbeek die voldoen aan een goede staat van instandhouding (> 200 ind/ha) en voorkomen over het volledig deel van de loop dat gelegen is binnen SBZ.

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Bijkomende kwaliteitseisen ten opzichte van het habitattype 3260 inzake BZV, zuurstofgehalte en temperatuur en afwezigheid migratieknelpunten
    natuurlijk hydrologisch regime en beperkte sedimentlast
    vrije mismigratie, van bovenloop tot middenloop
    aangepast beekruimingsbeleid

    soort
  • Blauwborst
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Blauwborst
    Populatiedoelstelling

    Behoud populatiegrootte
    De actuele populatiegrootte is niet gekend (kennislacune).

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    De kwaliteitseisen van de soort zijn gedekt door de habitateisen van gevlekte witsnuitlibel en de habitattypes natte heide, venige heide en gagelstruweel.

    soort
  • Blauwe kiekendief
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Blauwe kiekendief
    Populatiedoelstelling

    2-5 als wintergast
    Deze doelstelling vraagt geen extra leefgebied maar spoort samen met de doelen voor habitattypes van heide, laagveen en de overgangen naar de akkerreservaten .

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Kwalitatief goed ontwikkeld leefgebied (als wintergast) met grootschalig open heidelandschap met heide, laagveen, soortenrijke graslanden en voldoende voedselaanbod in de aangrenzende akkerreservaten.

    soort
  • Boomleeuwerik
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Boomleeuwerik
    Populatiedoelstelling

    1 kernpopulatie van > 60 broedparen
    Behoud tot lichte stijging van de kernpopulaties.
    Deze doelstelling spoort samen met de oppervlaktedoelstelling voor 4030, 2310, 2330 en behoeft géén extra leefgebied.

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Kwalitatief goed ontwikkeld leefgebied met:
    open heide- en landduinenlandschap dat schaars begroeid is met bomen, overgangen naar soortenrijke graslanden en rbb.
    beperken van recreatieve verstoring tijdens broedseizoen
    bosrandenbeheer voeren aan zones met buntgrasvegetaties

    soort
  • Drijvende waterweegbree
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Drijvende waterweegbree
    Populatiedoelstelling

    Minimum 3 groeiplaatsen, waarbij elke groeiplaats > 50 m2 of uit 100 planten bestaat.

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Goed ontwikkeld oligotroof tot mesotroof ven met:
    grotendeels vrij van slib en sediment
    Helder, zeer zwak tot matig gebufferd en min of meer nutriëntenarm water met een lage stikstof- en fosforconcentratie en een matig zure tot circumneutrale pH natuurlijke hydrologie met aanvoer van lokaal grondwater
    voldoende open vijverlandschap, waar windwerking mogelijk is
    indien er aanvoer is van oppervlaktewater dient dit te voldoen aan de milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater
    buffering tegen externe invloeden
    visvrije wateren

    soort
  • Gevlekte witsnuitlibel
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Gevlekte witsnuitlibel
    Populatiedoelstelling

    >20 adulte ex per jaar en voortplantingsbewijs, en dit op minimum 2 lokaties, ter hoogte van de vallei van de zijpbeek en in de bovenloop van de Asbeek/Neerharerheide.

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Complex van geschikt water- en landhabitat in het heidelandschap.
    Kwaliteitsdoelen nagenoeg volledig gedekt middels doelen voor habitat 3130, 7140, rbb-gagelstruweel en de heikikker.
    Nadruk op overgangen tussen verlandingsveen en waterhabitats die niet verzuurd zijn (ph 5,0-7,6) en dekking met drijvende en ondergedoken waterplanten van 10-75% en een visvrij tot maximaal visarm waterlichaam.

    soort
  • Gladde slang
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Gladde slang
    Populatiedoelstelling

    Bronpopulatie van minimum 400 adulte dieren die zich uitstrekt over het volledige heidelandschap en satellietpopulaties van minimum 50 adulte dieren over het vennencomplex van Dilsen-Stokkem en het Kolenspoor.
    De doelstelling spoort samen met herstel van het heidelandschap – habitattypes 2310, 2330, 4030, 4010, 6230 en de ontwikkeling van een heidecorridor doorheen de boscomplexen naar het noorden van de SBZ met stapstenen ter hoogte van het Kolenspoor en de omgeving van het vennencomplex van Dilsen-Stokkem.
    Dit vereist een extra leefgebied van 12-14 ha 2310/2330 in Dilsen-Stokkem en 20 ha 4030 ter hoogte van het Kolenspoor. Deze doelstellingen zijn reeds verrekend bij de habitatdoelen voor desbetreffende habitats.

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Aanwezigheid van open droge terreinen (heide, open bossen) met structuurrijke vegetatie en open plekken
    Het functioneel verbinden van de actuele leefgebieden van gladde slang en het verbeteren van de connectiviteit met de populaties die in de omgeving gelegen zijn (Opglabekerzavel, Bergerven)
    De kwaliteitseis voor de soort wordt gedekt door de kwaliteitseisen van de habitattypes 2330, 2310, 4030, 4010, 6230 en 9190.

    soort
  • Grauwe klauwier
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Grauwe klauwier
    Populatiedoelstelling

    Jaarlijkse broedvogel met 2 broedparen.
    Dit vereist een extra leefgebied van 2 ha 2330 aansluitend op het actuele leefgebied. Deze doelstelling is reeds verrekend bij de habitatdoelen voor 2310/2330.

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Kwalitatief goed ontwikkeld leefgebied bestaande uit landschap met mozaïekachtige opbouw van verschillende vegetatietypen en grote structuurrijkdom:
    afwisseling van heischrale graslanden (6230) met soortenrijke hooilanden en vrij kort begraasde weilanden met aangrenzend struweel (rbb_sp)
    voldoende rustige uitkijkposten en broedgelegenheden.
    Open structuurrijk landschap
    leefgebied met ruim en gevarieerd aanbod aan grotere insecten, voornamelijk mestkevers en loopkevers en een goed ontwikkelde mestbewonende fauna.

    soort
  • Heikikker
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Heikikker
    Populatiedoelstelling

    5 populaties van minimaal 200 roepende mannetjes op telkens 5 voortplantingsplaatsen ter hoogte van het vennencomplex van Dilsen-Stokkem, Ven onder de Berg, De Wetenschappelijke zone, de vallei van de Zijpbeek en ter hoogte van Neerharerheide/Asbroek.

    Daarnaast satellietpopulaties van >50 roepende mannetjes ter hoogte van het kikbeekbrongebied, het Koninklijk domein en de Heelvijvers in Opgrimbie.

    Deze doelstelling spoort samen met herstel van voedselarme vennen 3130, 3160 en vochtige/venige heide 4010, 7140_oli in het heidelandschap.

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Complex van geschikt water- en landhabitat in het heidelandschap en verbinding van de verschillende populaties. Vennen zonder beschaduwing en niet te verzuurd ifv ontwikkeling eieren Het waterhabitat is visvrij en bevat water tot minstens half juli.

    soort
  • Kamsalamander
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Kamsalamander
    Populatiedoelstelling

    Actueel aanwezig in de omgeving van het vennencomplex van Dilsen-Stokkem.
    Einddoel: creëren van een duurzame populatie van >50 adulte dieren en >50 larven of eieren op minstens 3 voortplantingspoelen waartussen uitwisseling mogelijk is.

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Kwalitatief goed ontwikkeld leefgebied , bestaande uit:
    waterbiotoop is visvrij en heeft een mesotrofe waterkwaliteit waarbij 50-75% van het waterlichaam een ondergedoken of drijvende vegetatie heeft
    behoud en versterken van kleinschalig landschap
    aansluiting van landbiotoop bij voortplantingsbiotopen

    soort
  • Nachtzwaluw
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Nachtzwaluw
    Populatiedoelstelling

    2 kernpopulaties van > 30 broedparen
    Behoud tot lichte stijging van de kernpopulaties
    Deze doelstelling spoort samen met de oppervlaktedoelstelling voor 4030, 2310, 2330 en behoeft géén extra leefgebied.

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Kwalitatief goed ontwikkeld leefgebied met:
    Structuurrijke heidelandschap met een geleidelijke overgang naar open tot halfopen bossen, soortenrijke graslanden en rbb.
    Zandige ruimten en onbegroeide plekken
    Beperkt aandeel verspreide bomen
    Beperken van recreatieve verstoring tijdens broedseizoen

    soort
  • Poelkikker
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Poelkikker
    Populatiedoelstelling

    Behoud van de soort op de actuele locaties

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    De kwaliteitseisen worden grotendeels gedekt door deze van Heikikker (zie Heikikker). Voortplantingswateren dienen jaarrond water te houden.

    soort
  • Rugstreeppad
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Rugstreeppad
    Populatiedoelstelling

    2 populaties van minimaal 200 roepende mannetjes op telkens 5 voortplantingsplaatsen.
    Deze doelstelling spoort samen met herstel van het heidelandschap – habitattypes 2310, 2330, 3130 en 3160, 4030, 4010 en vereist geen extra leefgebied.

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Complex van geschikt water- en landhabitat in het heidelandschap.

    soort
  • Vliegend hert
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Vliegend hert
    Populatiedoelstelling

    Ontwikkelen van twee duurzame populaties met meerdere broedplaatsen (minimum 4) op een onderlinge afstand van maximum 3 km en 2 satellietpopulaties met 1 tot 4 broedplaatsen.

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Realisatie van geschikt leefgebied in alle boscomplexen en rond de oude vindplaats in de Wetenschappelijke zone. De meest potentievolle zones zijn zuidhellingen en zuidranden van het bos.
    Specifieke aandachtpunten voor de inrichting van leefgebied zijn:
    Realisatie van ijle bosstructuren en open plekken aan de zuidranden en zuidhellingen van het bos. Maximale overschaduwing boomlaag: 50 %.
    Continuïteit beschikbaarheid van voldoende dood hout, verspreid over het bos maar in het bijzonder nabij potentiële en effectieve broedplaatsen. Streefcijfers: min. 3 dikke (diam. > 40 cm) dode bomen/ha en de continuïteit van dit aanbod garanderen.
    Maximaal behoud van oude of zieke, aftakelende bomen (kwijnende bomen). Richtcijfer > 3 dikke levende bodem/ha.

    soort
  • Wespendief
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Wespendief
    Populatiedoelstelling

    Behoud populatiegrootte
    De actuele populatiegrootte is niet gekend (kennislacune).

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Kwalitatieve verbetering en toename van de oppervlakte loofbossen en extensief beheerde graslanden.
    Deze eisen worden gedekt door de doelen die vooropgesteld worden voor de andere habitats en soorten.

    soort
  • Zwarte specht
    Landschap van heide, vennen en bossen op en rond de oostrand van het Kempens plateau
    Zwarte specht
    Populatiedoelstelling

    Behoud populatiegrootte
    De actuele populatiegrootte is niet gekend (kennislacune).

    Kwaliteitsdoelstelling
    +

    Kwalitatieve verbetering en toename van de oppervlakte loofbossen in combinatie met oude structuurrijke naaldbossen.

    soort

Planten en dieren

De variatie aan bossen, heiden, vennen en andere waterpartijen maakt dat dit gebied een hotspot voor biodiversiteit is. Hier zie je als het ware de grootste sterren over de rode loper gaan. De indrukwekkende korhoen is uitgestorven, de grauwe kiekendief wordt gezien maar broedt er niet, de klapekster evenmin, maar die zijn haalbaar, daar gaan we voor. De zeldzame grauwe klauwier broedt sinds kort weer. Gladde slang, zadelsprinkhaan en nachtzwaluw zijn typische bewoners van de droge heide. De gevlekte witsnuitlibel scheert over de vennen en natte heide. Het vliegend hert leeft in de oude wintereiken. Allemaal toppers.

Habitattypes

Openstaande taakstelling

Gebied Naam
Mechelse Heide
/gebied/mechelse-heide
Gebied Referentie
mechelse_heide
ID
40
BE2200035
vogelrichtlijngebied
BE2200727