Kleine zwaan (Cygnus bewickii)

De Kleine zwaan is de kleinste van de drie soorten inheemse zwanen. Het lichaam is volledig wit met vrij korte hals en zwarte poten. De snavel is zwart met aan de basis een in grootte variërende gele zone die naar voren toe altijd afgerond is (bij de Wilde zwaan in een spie uitlopend). De staart is wigvormig (recht afgesneden bij de Wilde zwaan). Deze zwanensoort roept vaker een diep ‘hoo hoo’. De jongen van de Kleine zwaan zijn grijsachtig en hebben een roze snaveltekening. Doordat het verschil tussen volwassenen en juveniele vogels bij zwanen zeer opvallend is, zijn binnen de grote groepen duidelijk de familiegroepjes herkenbaar.

Hieronder vind je de Gewestelijke Instandhoudingsdoelstellingen (G-IHD) voor deze soort. Ze geven aan wat in Vlaanderen nodig is om een veilige toekomst te creëren voor deze soort.
Areaal
Evolutie
=
Toelichting

Behoud van het huidige overwinteringsareaal

Populatie
Evolutie
=
Toelichting

Behoud van de huidige populatie van minimaal 140 exemplaren

Kwaliteit
Evolutie
+
Toelichting

Oplossen van verstoring van de waterhuishouding, ongunstige waterkwaliteit, niet afgestemd menselijk gebruik, tekort aan kwaliteit van het leefgebied. Geen extra oppervlakte leefgebied nodig naast de vooropgestelde extra oppervlaktes Europees te beschermen habitats en leefgebied van andere Europees te beschermen soorten en de algemene kwaliteitsverbetering ten gevolge van het huidige milieubeleid.

Meer info op Ecopedia.be

Gerelateerde gebieden