Zoeken
De Kleine Nete is één van de meest natuurlijke rivieren in Vlaanderen en een groot deel ervan werd in het stroomgebiedbeheerplan voor de Schelde als natuurlijk oppervlaktewaterlichaam aangeduid.
Naast de aanwezige oppervlaktes vochtige heide komen een aantal bijzonder waardevolle verlandingsvegetaties met veenflora en soortenrijke heiderelicten met sterk bedreigde sleutelsoorten voor. Het vochtige heidelandschap heeft een actuele oppervlakte van ca.
De voorkomende habitattypes worden opgesplitst in twee grote landschapstypes: het estuarium en de terrestrische wetlands.
Estuarium
Naast de estuariene habitats zijn de SBZ ook aangemeld voor een aantal niet estuariene (wetland) habitattypes.
In de SBZ ‘Schelde en Durmeëstuarium gebieden buiten Sigmaplan en NOP’, wordt het boslandschap beschouwd als bestaande uit habitattypes 9120 en 91E0 en 6430_boszomen. De SBZ-deelgebieden bevinden zich grotendeels in het rivierecosysteem van de Schelde zodat de meeste bossen behoren tot het alluviaal bostype. De SBZ wordt als ‘essentieel’ beschouwd voor de types 91E0 en 6430 en ‘belangrijk’ voor 9120.
Het grasland-en moeraslandschap wordt beschouwd als een samenhangend complex van bloemrijke hooilanden (6510), schralere graslandtypes (6410, 6230) en natte ruigtes (6430) Tevens worden eutrofe plassen (3150) en drijftillen (7140) toegevoegd.
Drijvende waterweegbree is een tenger water- en oeverplantje met drijvende, elliptische, 1 tot 3 cm grote blaadjes en ondergedoken, lijnvormige bladeren van ongeveer 0,5 cm breed. De bloemen hebben 3 witte kroonbladen met een geel centrum en hebben een diameter van ongeveer 2 cm. Ze drijven op het water en bloeien in de periode juni-oktober. De dopvruchtjes rijpen onder water. De zaden kunnen in de bodem tientallen jaren hun kiemkracht behouden. De plant kan zich ook vegetatief uitbreiden door de vorming van uitlopers.