3130 - Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot de Littorelletalia uniflora en/of de Isoëtes-Nanojunctea
Actuele oppervlakte is 151 ha, grotendeels in een gedegradeerde toestand.
Er is een toename, deels door omvorming, van 23 ha voorzien tot een doeloppervlakte van 174 ha, inclusief herstel van verdwenen waterpartijen ter hoogte van Platwijers en Kolberg.
De vijvers zijn grotendeels vrij van slib en organisch sediment. Helder, zeer zwak tot matig gebufferd en min of meer nutriëntenarm water met een lage stikstof- en fosforconcentratie en een matig zure tot circumneutrale pH. De natuurlijke hydrologie met aanvoer van lokaal grondwater dient hersteld te worden en goed ontwikkelde vegetaties van het subtype littorellionvegetaties en subtype eenjarig dwergbiezenverbond dienen te ontwikkelen.
Beklemtoond wordt het noodzakelijk toepassen van vijverbeheer met cycli van droogzetten en opnieuw vullen, om de nodige dynamiek in het systeem te brengen, pionierscondities te creëren en de voedselrijke sliblaag te verkleinen.
Tevens wordt de kwaliteitsvereiste van een voldoende open vijverlandschap – waar windwerking mogelijk is - beklemtoond.
Bijkomende kwaliteitsvereiste is het niet, of in lage densiteiten voorkomen van bodemwoelende vissoorten die het water vertroebelen en watervegetaties begrazen.
Verscheidene vijvers zijn van nature uit, of ten gevolge van mijnverzakkingen ongeschikt voor de ontwikkeling van dit habitattype. Dit zijn de zogenoemde ‘moddervijvers’ met een kuilvormig profiel en slibrijke vijverbodem. De oeverbegroeiing bestaat eerder uit lisdodde en biezen, dan uit riet. Voor deze vijvers wordt geen habitatdoelstellingen 3130 voorzien.