Niet voor het publiek opengestelde grotten (8310)

Ingang van een oude mergelgroeve onder de Tiendeberg te Kanne (Riemst).
Bechsteins vleemuis
Caestert

In Vlaanderen komen geen natuurlijke grotten voor. De mergelgroeven in Zuid-Limburg hebben wel een typisch grottenklimaat waardoor het geschikte overwinteringsplaatsen zijn voor vleermuizen. Voor een aantal van de overwinterende vleermuissoorten dient Vlaanderen Speciale Beschermingszones aan te wijzen in het kader van de Habitatrichtlijn. De mergelgroeven van het plateau van Caestert vormen één van de belangrijkste overwinteringsplaatsen voor vleermuizen in de Benelux.

Rotsachtige habitats en grotten
8310
Niet voor het publiek opengestelde grotten
Niet voor het publiek opengestelde grotten

In Vlaanderen komen geen natuurlijke grotten voor. De mergelgroeven in Zuid-Limburg hebben wel een typisch grottenklimaat waardoor het geschikte overwinteringsplaatsen zijn voor vleermuizen. Voor een aantal van de overwinterende vleermuissoorten dient Vlaanderen Speciale Beschermingszones aan te wijzen in het kader van de Habitatrichtlijn. De mergelgroeven van het plateau van Caestert vormen één van de belangrijkste overwinteringsplaatsen voor vleermuizen in de Benelux. Naast hun functie als overwinteringsplaats hebben deze groeven ook een belangrijke historische, geologische en paleontologische waarde. Deze grotten zijn een deel van een enorm complex van mergelgangen dat zich uitstrekt vanaf Lanaye (Visé) tot Maastricht (Nederland). De ontginning van de mergelgroeven van Caestert startte in de loop van de 13e eeuw, voornamelijk door de grote vraag naar bouwsteen. Door eeuwenlange exploitatie ontstond een gangenstelsel met meer dan 15 kilometer galerijen over een oppervlakte van 4 ha. Het microklimaat wordt beïnvloed door een tiental ingangen en door verschillende luchtkokers. In de omgeving komen ook een groot aantal kleinere groeven voor. Hier werd ook op kleinere schaal mergel gewonnen als bodemverbeteraar voor akkers. In Vlaanderen werd een complex van 8 mergelgroeven afgebakend als Speciale Beschermingszone: “de groeven van Zuid-Limburg”. Deze groeven zijn de enige Vlaamse overwinteringsplaats voor Vale vleermuis en Bechsteins vleermuis en het zijn ook belangrijke winterverblijven voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis, allen soorten van de bijlage 2 van de Habitatrichtlijn. Andere in Vlaanderen bedreigde vleermuizensoorten die er voorkomen zijn Baardvleermuis, Brandts vleermuis, Franjestaart, Grijze grootoorvleermuis, Gewone grootoorvleermuis en Ruige dwergvleermuis. Het Habitatrichtlijngebied beperkt zich enkel tot de ondergrondse gedeelten en alle ingangen van deze groeven.

Dit habitattype komt alleen voor in de gemeenten Heers en Riemst, gelegen in het Mergelland van Zuid-Limburg. De meest uitgestrekte groevecomplexen liggen onder Kanne en het plateau van Caestert. Andere belangrijke groeven zijn de Coolen en Henisdael te Val-Meer en het complex van Zichen-Zussen-Bolder.

De belangrijkste doelstellingen zijn het vrijwaren van ontginning en het verhinderen van verstoring. De meest toegepaste maatregel bestaat uit het plaatsen van een afsluiting aan de ingang van de groeve. In kleine mergelgroeven heeft de plaatsing van een poort met invliegopening ook een positieve invloed op het microklimaat. Bij de inrichting van mergelgrotten als overwinteringsplaats voor vleermuizen is het ook belangrijk dat alle afval wordt opgeruimd en dat er geen afval kan gestort worden via de luchtkokers.

- Afgraving voor mergelwinning door de cementindustrie. - Verstoring van overwinteringsplaatsen door speleologen en recreanten. - Storten van afval in luchtkokers van de groeven. - Inrichting als champignonkwekerij.

Een geschikte overwinteringsplaats voor vleermuizen heeft een stabiele temperatuur tussen 0 en 10 °C, een zo hoog mogelijke luchtvochtigheid en een zwakke, doch effectieve luchtcirculatie.