U bent hier
- Home
- Planten en dieren
- Kleine rietgans
Waarschuwingsbericht
Kleine rietgans
De Kleine rietgans is een middelgrote gans, ongeveer even groot als de Kolgans. De kenmerkend gekleurde poten zijn diep roze, de korte snavel zwart met een roze middenband. Opvallende verenkleedkenmerken zijn de donkere kop en korte nek en de lichte, blauwgrijze bovendelen. Zoals de meeste ganzen zijn het schuwe vogels die niet dicht kunnen worden benaderd.
Het broedgebied omvat Spitsbergen, Groenland en IJsland. De volledige populatie van Spitsbergen (ca. 42.000 exemplaren) trekt via Noorwegen en Denemarken naar de overwinteringsgebieden in Nederland en Vlaanderen. De grootste aantallen vertoeven hier van november tot januari (30.000 tot 38.000 exemplaren). Op dat ogenblik bevindt zich in Vlaanderen geregeld niet minder dan 80% van deze populatie. Het is een zeer plaatstrouwe soort waarvan de verspreiding zich beperkt tot traditionele gebieden. Het overwinteringsgebied bij ons strekt zich uit binnen de kustpolders tussen Brugge, Oostende en Damme (Oostkustpolders). Elders in het land worden slechts enkelingen tot kleine groepjes waargenomen.
In de overwinteringsgebieden heeft de soort vooral te lijden onder habitatverlies, verstoring en intensivering van de landbouw.
De soort heeft in de overwinteringsgebieden behoefte aan uitgestrekte, historisch permanente graslanden met microreliëf en akkers met oogstresten voor aanvullend voedselaanbod. De aanwezigheid van poelen en depressies met water op de foerageerplaatsen is noodzakelijk. Essentieel is het voorzien van voldoende rust. In geval van verstoring moet een rustige slaapplaats voorhanden zijn.
Het broedgebied op Spitsbergen bestaat uit open, arctische toendra, soms in zeer bergachtig landschap. De overwinteringsgebieden zijn grote weilandcomplexen met microreliëf. Zoals de Kolgans heeft de Kleine rietgans een uitgesproken voorkeur voor graslanden, waar zij de bovenste delen van malse grassen en kruiden afgraast. De soort wordt echter meer en meer op akkers vastgesteld waar gefoerageerd wordt op oogstresten en wintertarwe. Zij komt bij ons meestal voor in grote gemengde groepen met de Kolgans. Binnen deze groepen zijn vaak wel Kleine rietganzen in kleine tot middelgrote entiteiten bijeen te zien.
Doortrekker/overwinteraar in internationaal belangrijke aantallen (geregeld >1% van de biogeografische populatie in 1 of meerdere gebieden)
Natuur en Bos maakt enkel gebruik van functionele cookies op deze website. Lees onze privacyverklaring en ontdek ons cookiebeleid.