Mark Van Deyck
Grote stern (Sterna sandvicensis)
De Grote stern is ongeveer even groot als de Kokmeeuw. Hij heeft in zomerkleed een zwarte kopkap met opvallende kuif op de achterkruin. De lange, dunne snavel is zwart met een gele tip; de poten zijn ook zwart. De vleugels en rug zijn lichtgrijs, de rest is spierwit. Juveniele vogels hebben duidelijk geschubde bovendelen. In de winter zijn het voorhoofd en voorkruin wit, waardoor een smal zwart masker overblijft. In de vlucht is een gevorkte staart zichtbaar, echter zonder verlengde buitenste pennen. Tijdens het foerageren vliegt hij hoger dan de Visdief of Noordse stern, met omlaag wijzende snavel. In het broedseizoen is tijdens de vlucht veelvuldig de roep te horen, een luid kriewiek of krik krik.
Hieronder vind je de Gewestelijke Instandhoudingsdoelstellingen (G-IHD) voor deze soort. Ze geven aan wat in Vlaanderen nodig is om een veilige toekomst te creëren voor deze soort.