Grote stern (Sterna sandvicensis)

De Grote stern is ongeveer even groot als de Kokmeeuw. Hij heeft in zomerkleed een zwarte kopkap met opvallende kuif op de achterkruin. De lange, dunne snavel is zwart met een gele tip; de poten zijn ook zwart. De vleugels en rug zijn lichtgrijs, de rest is spierwit. Juveniele vogels hebben duidelijk geschubde bovendelen. In de winter zijn het voorhoofd en voorkruin wit, waardoor een smal zwart masker overblijft. In de vlucht is een gevorkte staart zichtbaar, echter zonder verlengde buitenste pennen. Tijdens het foerageren vliegt hij hoger dan de Visdief of Noordse stern, met omlaag wijzende snavel. In het broedseizoen is tijdens de vlucht veelvuldig de roep te horen, een luid ‘kriewiek’ of ‘krik krik’.

Hieronder vind je de Gewestelijke Instandhoudingsdoelstellingen (G-IHD) voor deze soort. Ze geven aan wat in Vlaanderen nodig is om een veilige toekomst te creëren voor deze soort.
Areaal
Evolutie
=
Toelichting

Behoud van het huidige areaal

Populatie
Evolutie
=(-)
Toelichting

Behoud van de huidige populatie van minimaal 4000 broedparen. Een tijdelijke, zelfs forse afname als gevolg van verplaatsingen binnen de Nederlands-Belgische metapopulatie is aanvaardbaar.

Kwaliteit
Evolutie
+
Toelichting

Oplossen van tekort aan kwaliteit van het leefgebied. Uitbreiding van het leefgebied met 11 ha, naast de vooropgestelde extra oppervlaktes Europees te beschermen habitats en leefgebied van andere Europees te beschermen soorten en de algemene kwaliteitsverbetering ten gevolge van het huidige milieubeleid.

Meer info op Ecopedia.be

Gerelateerde gebieden