In de SBZ komen bij benadering 530 ha naaldhoutbestanden voor, voornamelijk in deelgebieden 4 Wijnendalebos, 5 Sint-Andriesveld, 6b Bulskampveld en 6c Vagevuurbossen. Een belangrijk aandeel hiervan zal worden ontwikkeld naar habitatwaardig bos van het type 9120, via geleidelijke omvorming. Loofhoutbestanden die niet als habitat kwalificeren beslaan actueel een oppervlakte van ca. 250 ha. Het gaat om gemengde aanplanten – al dan niet met exoten, populierenaanplanten en diverse types struwelen en opslag, verspreid over de SBZ. Ook hiervan zal een belangrijke oppervlakte geleidelijk worden omgevormd naar de nagestreefde boshabitats. Bij het dunnen of kappen van bosbestanden dient voldoende aandacht te gaan naar oude of dode bomen die mogelijks vleermuiskolonies huisvesten.
Voor de bossen, beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos en natuurbeherende verenigingen, wordt er van uitgegaan dat op termijn minimaal 80% van de bosoppervlakte zal evolueren naar het gewenste habitattype door de toepassing van de bestaande beheervisie van het Agentschap en uitvoering van beheerplannen. In de private bossen, gelegen in het Vlaams Ecologisch Netwerk kan door omvorming bijkomend habitat gerealiseerd worden via de toepassing van de Criteria Duurzaam Bosbeheer.
Verwacht wordt dat hierdoor 604 ha van de voorziene oppervlakte-doelstellingen voor de boshabitats, hoofdzakelijk (546 ha) van de zuurminnende beukenbossen en plaatselijk (58 ha) alluviaal bos en eikenhaagbeukenbos, kunnen gerealiseerd worden.