Herstel van blauwgraslanden in Torfbroek, Silsom- en Snijsselsbos

1101

Het tot doel gestelde landschapsecologische graslandnetwerk bestaat voor een deel uit blauwgraslanden [*] , waarvoor dit habitatrichtlijngebied essentieel is. Om het graslandnetwerk te versterken wordt hooilandherstel tot doel gesteld. Wellicht zal ongeveer 15 à 20% hiervan evolueren naar blauwgrasland; de rest worden andere hooilandtypes. Bij dit hooilandherstel wordt bij voorkeur vertrokken van verlaten of vaak met populieren beplante graslanden, waar nog relicten van de bedoelde graslandtypes voorkomen. Andere mogelijkheid zijn plaatsen met een explicieter landbouwverleden, namelijk vanuit nog enigszins schrale graslanden. Waar deze relicten nog voorkomen, zoals in bestaande natuurreservaten in Torfbroek, Silsom- en Snijsselsbos (deelgebieden 2b, 3 en 5b), zijn de potenties voor herstel van deze zeldzame types hooiland het grootst. Het natuurgericht beheer ervan kan mogelijk uitgevoerd worden door landbouwers. Waar het beheer technisch moeilijk ligt of economisch niet rendabel is, kunnen terreinbeherende verenigingen of het Agentschap voor Natuur en Bos deze taak op zich nemen.

[*] Het betreft habitattype 6410 (Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem (Eu-Molinion))