9120_9190 - Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion) en Oude zuurminnende eikenbossen met Quercus robur op zandvlakten
Actueel 790 ha
Toename tot 1867 ha, met als richtwaarde voor bosuitbreiding 209 ha. De belangrijkste toenames zullen gerealiseerd worden in de deelgebieden 1, 6, 7, 9, 11 en 13. In deelgebieden 7 en 13 wordt gestreefd naar een kwaliteitsvolle boshabitatkern van ca. 300 ha.
Voldoende spontane verjonging en heterogeniteit (qua leeftijd en soort) van het bomenbestand. Voldoende aandeel (dik) dood hout. Zo weinig mogelijk invasieve exoten. In de overgangsperiode naar voldoende oude inheemse soorten met holten en spleten dienen voor vleermuizen belangrijke exemplaren van Amerikaanse eik gespaard te worden. Voldoende soortenrijkdom en bedekking van sleutelsoorten in de kruidlaag. Voldoende open plekken (tot 3 ha) met droge heide en droog heischraal grasland met het oog op de creatie van een functioneel netwerk voor habitattypische heidesoorten. Geleidelijke bosranden aansluitend bij open habitats (heide en graslanden).