Het SBZ is van groot belang voor typische venvegetaties met overgangsvenen, beekbegeleidende bossen en tevens voor typische soorten als gevlekte witsnuitlibel. Uitbreiding door het tegengaan van verzuring, verdroging (dempen ontwateringsgrachten, kappen naalbos op infiltratiegebieden, verhoging beekbodem Roosterbeek, afstemmen grondwaterwinningen op ecologische doelen, maximale retentie op intrekgebieden) is noodzakelijk voor de habitatten en soorten als gevlekte witsnuitlibel en heikikker. Het kappen van verregaande boomopslag in de verlandingsvenen en het verwijderen van uitheemse, ongewenste vissoorten in stuurbare systemen zijn bijkomende randvoorwaarden voor een duurzaam herstel.
In deelgebied 3 worden de inspanningen door ANB gedragen. De uitbreiding van verlandingsvenen in deelgebied 1 is op gronden van private eigenaars.