Droge tot vochtige graslandcomplexen die aansluiten op het vijver- en moeraslandschap dienen behouden te blijven, enerzijds als buffer naar de aangrenzende moeraslandschap, als foerageergebied voor Vleermuizen, wespendief en moerasvogels en als biotoop voor diverse amfibieën. Behoud en herstel van het graslandbeheer en natuurlijke waterhuishouding zijn ook hier noodzakelijk. Bijkomende inspanningen zijn noodzakelijk om het voedselaanbod voor deze doelsoorten te verhogen en het leefgebied van amfibieën te versterken. Waar mogelijk streedt men naar een extensivering van het graslandbeheer naar meer bloemrijke graslanden met een hoog nectaraanbod. Daarnaast streeft men naar behod en herstel van Kleine landschapselementen zoals poelen en structuurrijke houtkanten. Hiervoor dienen de mogelijkheden voor samenwerking met betrokken landbouwer,terreinbehernde verenigingen of landgoedeigenaars onderzocht te worden.