De ontwikkeling van een bocagelandschap vergt de realisatie van 45 ha graslandhabitats in deelgebied 4 Caestert en 2 Tiendeberg, lokaal in mozaïek met regionaal belangrijke biotopen. Een deel hiervan gebeurt door omvorming van opslag en een deel door effectieve uitbreiding. Daarnaast wordt er ook in deelgebied 3 De Keel-Muizeberg opslag omgevormd naar graslandhabitat. Hiervoor is een nulbemesting en aangepast maai- en/of begrazingsbeheer vereist. Beperken van verstoring (vnl. op de kanaalbermen) en een op insecten gericht beheer zal deze soorten eveneens ten goede komen.
Veel habitattypische soorten vereisen een beheer op maat, sommige zones zullen voornamelijk beheerd worden voor botanische waarden, andere met meer accent op fauna.