Vliegend hert
Realisatie van geschikt leefgebied in alle boscomplexen en rond de oude vindplaats in de Wetenschappelijke zone. De meest potentievolle zones zijn zuidhellingen en zuidranden van het bos.
Specifieke aandachtpunten voor de inrichting van leefgebied zijn:
Realisatie van ijle bosstructuren en open plekken aan de zuidranden en zuidhellingen van het bos. Maximale overschaduwing boomlaag: 50 %.
Continuïteit beschikbaarheid van voldoende dood hout, verspreid over het bos maar in het bijzonder nabij potentiële en effectieve broedplaatsen. Streefcijfers: min. 3 dikke (diam. > 40 cm) dode bomen/ha en de continuïteit van dit aanbod garanderen.
Maximaal behoud van oude of zieke, aftakelende bomen (kwijnende bomen). Richtcijfer > 3 dikke levende bodem/ha.
Ontwikkelen van twee duurzame populaties met meerdere broedplaatsen (minimum 4) op een onderlinge afstand van maximum 3 km en 2 satellietpopulaties met 1 tot 4 broedplaatsen.