Bittervoorn
Kwaliteitsverbetering van het leefgebied: waterkwaliteit en vrij van migratieknelpunten. De connectiviteit tussen de hoofdwaterlopen (vooral Demer) en de zijlopen of grachtenstelsels dient gegarandeerd te worden (conform de doelstellingen van Ontwikkelingsplan Demer (Bekkenbeheerplan 2009);). Behoud of herstel van voor Bittervoorn geschikt leefgebieden: waterplantrijke, zwak stromende of stilstaande waters met zoetwatermossels en voldoende zuurstof. Dit geldt zowel voor de waterlopen, vijvers als voor de grachtenstelsels. Bij regulier vijver- en waterloopbeheer dient bijzondere aandacht besteed te worden aan de aanwezige populatie van Bittervoorn en grote zoetwatermossels.
Aanwezigheid van reproducerende bittervoorns in minimum 50 % van de in SBZ-H gelegen vijvers en grachtenstelsels. Streefcijfer populatiegrootte: 400 ind/ha en 2500 ind/ha op de voortplantingsplaatsen zelf.