9130 - Beukenbossen van het type Asperulo-Fagetum
Behoud en waar mogelijk toename van de bestaande habitatvlekken van 42 ha naar een oppervlakte van 49 ha. Richtwaarde voor bosuitbreiding is 3 ha. De belangrijkste deelgebieden voor de realisatie van de doelstelling zijn BE2400011-16 (Moorselbos) en BE2400011-17 (Hogenbos).
Globaal wordt een voldoende tot goede staat van instandhouding nagestreefd. Verbeteropgaven:
- terugdringen van naaldhout en exoten;
- verbeteren van de horizontale en verticale structuur, met bijzondere aandacht voor open plekken en interne en externe bosranden (fauna!);
- verhogen van de lichtinval in het bos;
- herintroduceren van voor dit habitattype typische boomsoorten die een verbetering van de standplaats (goede humusvormers) verzekeren (terugdringing verzuring) zowel in de boom- als struiklaag. Boomsoorten die het verzuringsproces van de bodem versterken worden indien nodig teruggedrongen (o.a. beuk);
- verhogen aandeel oude bomen en staand en liggend dood hout;
Voor het habitat typische soorten voor een goede habitatkwaliteit: Houtsnip, Havik, Wespendief (Bijlage IV-soort), Zwarte specht (Bijlage IV-soort), Middelste bonte specht (Bijlage IV-soort), Vleermuizen (Bijlage II & III-soorten), Das, Hazelworm, Kleine ijsvogelvlinder, Vliegend hert [*].
[*] Onderstreepte soorten zijn soorten van bijlage I, II, III of IV van het natuurdecreet.