Steenloper

Arenaria interpres
Fauna
Vogels
Steenloper (Arenaria interpres)
Vogelrichtlijngebieden voor Steenloper. Rood: belangrijk broed-, trek- en/of overwinteringsgebied. Oranje: broed-, trek- en/of overwinteringsgebied met kleinere aantallen.

=

Behoud van het huidige areaal

=

Behoud van de huidige populatie van minimaal 1.200 exemplaren

+

Oplossen van niet afgestemd menselijk gebruik, tekort aan kwaliteit van het leefgebied. Geen extra oppervlakte leefgebied nodig naast de vooropgestelde extra oppervlaktes Europees te beschermen habitats en leefgebied van andere Europees te beschermen soorten en de algemene kwaliteitsverbetering ten gevolge van het huidige milieubeleid.

De Steenloper is een compact, nerveus en alert steltlopertje met korte, oranje pootjes en een bont uiterlijk. In broedkleed is de kop overwegend wit met een variabele hoeveelheid donkere streepjes en met een zwarte band voor en onder het oog, die uitloopt over de achterhals en ook uitloopt in een zeer brede, zwarte borstband. De rest van de onderdelen is wit. De bovendelen zijn zwart, met een brede, oranjebruine baan over de schouder en een rossig veld over de vleugeldekveren. Vrouwtjes zijn iets doffer gekleurd dan de mannetjes en hebben meer streepjes op de kop. Vogels in winterkleed en juveniele vogels zijn eerder effen bruin op bovendelen en kop. Ook in vlucht zien Steenlopers er bont gekleurd uit, vanwege de brede, witte vleugelstreep, de witte baan over de vleugelbasis, de witte rugwig die onderaan begrensd wordt door een zwarte dwarsband en de zwart-witte staart.

De soort broedt langs de kusten van Noorwegen, Spitsbergen, Zweden (voornamelijk langs de Baltische kust), Finland, Estland en Rusland. Ze overwintert langs de kusten van IJsland, Zuid-Noorwegen, Ierland, Groot-Brittannië, West-Europa, het Iberisch schiereiland, het westelijk Middellandse-Zeegebied en Afrika. In Vlaanderen overwinteren Steenlopers uitsluitend op golfbrekers, staketsels en stranden aan de kust. Langs de volledige kustlijn worden maximaal tussen 1.000 en 1.500 exemplaren geteld, vooral in zones met veel strandhoofden tussen Nieuwpoort en Blankenberge. Af en toe worden op trek ook enkele vogels in het binnenland gezien.

De Steenloper heeft vooral te lijden onder het verlies aan voedselaanbod (bv. mossels, zeepokken, darmwieren,…) tengevolge van olievervuiling of habitatveranderingen. Verstoring van hoogwatervluchtplaatsen is ook nadelig voor de soort.

Gunstig voor de soort zijn het behoud en de goede inrichting van harde structuren zoals strandhoofden langs de kust. Vooral van belang zijn het sensibiliseren en het nemen van preventieve maatregelen tegen olievervuiling op zee, zoals de regulatie van de afvalverwerking in havengebieden, technische maatregelen aan boord van schepen en controles op zee. Hoogwatervluchtplaatsen in het bijzonder moeten gevrijwaard worden van verstoring.

Het is een broedvogel van arctische streken, waar hij vooral voorkomt op steen- en rotskusten en boomloze rotseilandjes. Hij nestelt op de grond. Buiten het broedseizoen is de soort sterk gebonden aan allerlei kusthabitats waarbij voedsel gezocht wordt op rotsen, golfbrekers, havenpieren, staketsels en stranden door met de snavel stenen en zeewier om te keren. Bij hoog tij is de Steenloper ook wel te vinden op weilanden en plassen iets meer in het binnenland.

Doortrekker/overwinteraar in internationaal belangrijke aantallen (geregeld >1% van de biogeografische populatie in 1 of meerdere gebieden)