Uitstekend broedseizoen in het Zwin!

10-10-2019
foto zwartkopmeeuw (c) Wouter Faveyts

Het Zwin kende in 2019 een uitstekend broedseizoen. De voorbije jaren werden omvangrijke verbeteringswerken uitgevoerd onder meer in functie van de typische Europees beschermde broedvogels die er voorkomen. De kroon op het werk was de uitbreiding van de Zwinvlakte die sinds het voorjaar van 2019 een feit is. En of het resultaat gezien mag worden! Zwartkopmeeuwen sloegen in 2019 alle records, met maar liefst 630 broedparen! Met 198 broedparen bleef het aantal visdieven ongeveer gelijk aan het cijfer van 2018, maar het broedsucces leek een pak beter te zijn, met veel uitgevlogen jongen. Een totaal van 62 broedparen kluut was een evenaring van het aantal uit 2018. Kokmeeuwen gingen licht achteruit in vergelijking met 2018, maar er waren nog steeds 567 paren present, die ook heel wat jongen groot brachten.

Het Zwin maakt deel uit van twee speciale beschermingszones. In het kader van de Habitatrichtlijn hoort het onder de speciale beschermingszone 'Duingebieden inclusief IJzermonding en het Zwin'. In het kader van de Vogelrichtlijn hoort het bij de speciale beschermingszone 'Het Zwin'. Heel wat broedvogelsoorten die het gebied was kwijt geraakt of die sterk in aantal waren afgenomen zijn teruggekeerd of sterk in aantal toegenomen. De resultaten in 2019 waren niet onverwacht. De verbeteringswerken die door het Agentschap voor Natuur en Bos zijn uitgevoerd, werpen al sinds enkele jaren duidelijk vruchten af.

Een greep uit de opvallende resultaten. Zwartkopmeeuwen sloegen in 2019 alle records, met maar liefst 630 broedparen! Dat is meer dan een verdrievoudiging ten opzichte van het vorige record uit 2016 (190 paren). Op de koop toe kenden ze ook nog een goed broedsucces, met meerdere honderden uitgevlogen jongen. Rond de eeuwwisseling verdween zwartkopmeeuw als broedvogel uit het Zwin, maar sinds 2015 is de soort teruggekeerd. De kolonie trekt veel zwartkopmeeuwen aan die elders van kleurringen werden voorzien. In 2019 werden maar liefst 127 verschillende gekleurringde vogels waargenomen. Op de koop toe werden in de Zwinkolonie zelf dit jaar voor het eerst jonge lokale jonge zwartkopmeeuwen geringd, 184 in totaal. Veel daarvan werden na het verlaten van de kolonie al terug gemeld, een groot deel ervan in Groot-Brittannië. Kokmeeuwen gingen licht achteruit in vergelijking met 2018, maar er waren nog steeds 567 paren present, die ook heel wat jongen groot brachten. Ook kokmeeuw liet rond de eeuwwisseling verstek gaan als broedvogel ten gevolge van de achteruitgang van het broedbiotoop in het Zwin. Vanaf 2013 komen er opnieuw kokmeeuwen tot broeden.

Met 198 broedparen bleef het aantal visdieven ongeveer gelijk aan het cijfer van 2018, maar het broedsucces leek een pak beter te zijn, met veel uitgevlogen jongen. Door habitatdegradatie verdween visdief als broedvogel in het begin van de eeuw, maar vanaf 2014 is de soort terug. De aantal die de laatste jaren worden geteld zijn van de hoogste van de laatste 35 jaar, en ze evenaren bijna de hoogdagen van de soort in de jaren ‘80. Heel goed nieuws kwam er van de dwergsterns: 24 paren kwamen tot broeden, een sterke stijging ten opzichte van de 3 paren uit 2018. Heel leuk was dat de meeste van die paren zich vestigden op de pas aangelegde eilanden in de Zwin-uitbreiding en dat er in tegenstelling tot vorig jaar ook een aantal jongen tot uitvliegen kwamen. Deze iconische kleine sternensoort was al in de jaren ’60 van de vorige eeuw als vaste broedvogel verdwenen uit het Zwin. Vanaf 2014 broeden er weer dwergsterns. De revelatie van 2019 was het paar strandplevieren dat tot broeden kwam in de uitbreidingszone. Het was van 2000 geleden dat deze soort in het Zwin gebroed had. Samen met de hoge aantallen dwergsterns is dit een flinke opsteker voor de voltooide Zwinuitbreiding! Grote sterns waren zeer regelmatig aanwezig in het gebied, maar ze kwamen niet tot broeden.

Een totaal van 62 broedparen kluut was een evenaring van het aantal uit 2018. Er moet tot 20 jaar in de tijd worden terug gegaan voor dergelijke aantallen kluten in het Zwin. Aantallen voor andere steltlopersoorten in 2019: bontbekplevier (2 paren), kleine plevier (6 paren), tureluur (14 paren) en scholekster (11 paren). Na enkele magere jaren evolueerde het aantal kleine zilverreigers weer in de goede richting, met 5 broedparen. Verschillende soorten zangvogels kwamen ook in opmerkelijke aantallen voor, niet in het minst graspieper en veldleeuwerik, met respectievelijk 95 en 16 territoria. Anno 2019 zijn dat zeer hoge aantallen voor twee soorten die de voorbije decennia allebei een catastrofale afname hebben gekend in Vlaanderen. Op de koop toe zijn beide soorten in het Zwin zelfs toegenomen de voorbije jaren.