91E0 - Alluviale bossen met Alnion glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae), subtype Oligotroof broekbos
Behoud van de huidige habitatvlekken, fragmentair aanwezig rond zure bronnen in andere bostypen.
Globaal wordt een goede tot uitstekende staat van instandhouding nagestreefd. Vaak hangt de algemene kwaliteit (structuur, dood hout, exoten, ...) samen met die van het omringende bostype, en moeten ook daar maatregelen genomen worden. Behoud en waar nodig herstel van een gunstige waterhuishouding (kwaliteit en kwantiteit grondnwater). Dit impliceert o.a. een aanpassing van de bemestingsdruk en/of aanpassing van het landgebruik van de infiltratiegebieden (oa bij Rodebos). Hiertoe dient de herkomst van het water van deze bronnen onderzocht te worden. Voor het habitat typische soorten voor een goede habitatkwaliteit: Gewone bronlibel, Vinpootsalamander, Vuursalamander, Grote weerschijnvlinder, Houtsnip, Goudvink, Matkop, Kleine bonte Specht.